Bánh mì is de meest gekozen snack onder de Vietnamezen. De Fransen brachten hun pains flutes (stokbrood) mee naar Vietnam en de Vietnamezen maakten er hun eigen variant van. De broodjes zijn luchtiger en hebben een krokante korst. Voordeel hiervan is dat er lekker veel beleg op kan, zonder dat er iets uitvalt. Het beleg bestaat meestal uit twee soorten vlees en verschillende groentes. Vlees kan kip, varken of zelfs paté zijn. Ook leuk: het broodje is goedkoper dan € 1.
Nem mag je van Vietnamese mensen geen loempia noemen, maar op deze manier kun je je er wel iets bij voorstellen. Alleen: je maakt hem helemaal zelf! Bestel je nem, dan krijg je een schotel met veel groene bladeren (bijna bij elk gerecht), groentes zoals wortel en kool en het vlees of vis waarvoor jij gekozen hebt. Deze ingrediënten mag je zelf in een rijstpapiertje rollen en dopen in een sausje naar keuze. Leuk én lekker!
Mijn lekkerste ontdekking in Vietnam? Sò điệp nướng mỡ hành! Dit zijn Sint-Jakobsschelpen met pinda's en ui. Dankzij een kustlijn die 3.260 km lang is, verdient Vietnam vijf sterren op het gebied van bereidingen met zeevruchten. Kokkels, caracoles, schaaldieren, garnalen, octopus, krab; je vindt hier een oneindige variëteit, waarbij de keuze aan kookwijze en sausjes zeker niet beperkt wordt.
In Vietnam heb je keuze te over! In elke straat zijn er tientallen eettentjes waar je aan kunt schuiven op plastic kinderstoeltjes en waar je de tafel van de grond doet gaan met je te lange benen. Echt comfortabel zitten is het niet, maar charmant en heerlijk des te meer!