Birma heeft geen culinair hoogstaande keuken zoals China, Thailand en India. Het is meer een volkskeuken. Wel heeft de Birmese keuken dingen overgenomen van andere keukens, zoals de kruiden van India, de pittige smaak en de vis van Thailand en de Chinese manier van eten bereiden. En ook al hoeft het gerecht niet zeer bijzonder te zijn, de aandacht voor eten is er wel degelijk; in de ogen van de Birmezen is eten een belangrijke sociale activiteit.
’s Ochtends vroeg eten Birmezen mohinga, een dikke vissoep die op smaak gebracht is met citroengras, knoflook, ui, geelwortel, gember, pepers en vissaus. De soep wordt gegeten met dunne rijstnoedels en bestrooid met gefruite uitjes, korianderbladeren en gedroogde peper. Behalve als ontbijt is mohinja ook populair als tussendoortje en verkrijgbaar in de eetstalletjes langs de kant van de weg.
Het ontbijt in de hotels bestaat uit wittebrood met eieren (gekookt, gebakken, geroerd), jam en banaan. Heb je daar genoeg van, dan kun je naar een theehuis. Zodra je hebt plaatsgenomen op het krukje, wordt het tafeltje vol gezet met lekkers. Voor je neus staan verschillende soorten cakes en koekjes, verder samosa's (loempia-achtige flapjes), poksi (gestoomde broodjes gevuld met groente en een enkel draadje vlees), gefrituurd beslag in de vorm van een stokbrood, maar met de smaak van oliebollen zonder krenten en sneetjes korstloos witbrood met een laagje vet. Op elk bordje liggen vier dingen van dezelfde soort, zodat bij het afrekenen precies kan worden geteld hoeveel je van alles hebt gegeten. Verder drink je in een theehuis thee en koffie (een soort Nescafe). De thee wordt gemengd met een flinke eetlepel gecondenseerde melk. Die melk in hun thee hebben de Birmezen overgehouden uit het Britse koloniale tijdperk. Op elke tafel staat trouwens een thermoskan Chinese thee, die is van het huis.
De basis van iedere maaltijd is rijst. Daarbij eet men groentecurry’s die milder van smaak zijn dan die in India. Aan de groenten worden als je dat wilt wat sliertjes rund, varken, vis, eend of kip toegevoegd, bovendien alle rijstgerechten kunnen vervangen worden door noodles (bami/vermicelli). Bij de rijst en curry krijg je soep. Een typisch gerecht is ohn-no-khaukswe, noedels met kipcurry op smaak gebracht met kokosmelk. Geen maaltijd is compleet zonder lephet, een salade die dient als toetje, gemaakt van onder meer theebladeren, sesamzaad en kokosnoot. Fruit is er genoeg in Myanmar van doerians, mango’s, papaja’s, lychees, ramboetans, mangos en kokosnoten tot zelfs aardbeien.
Thee is de nationale drank. De meeste Birmezen drinken slappe groene Birmese of Chinese thee. Bij de meeste maaltijden wordt die gratis geserveerd. Daarnaast is er de sterke zwarte thee met zoete gecondenseerde melk. Lokale frisdranken zijn zoet, een uitzondering vormt Lemon Sparkeling. Tegenwoordig zijn soms ook Pepsi en Sprite te koop. Myanmar heeft ook eigen biermerken zoals Tiger en Myanmar. Birmezen zelf drinken niet zoveel alcohol, een boeddhistische traditie van onthouding. Lokale sterke dranken zijn Mandalay Rum en Dry Gin. Buitenlandse merken zijn duur en vaak alleen verkrijgbaar in luxe hotelbars.
Het water uit de kraan is niet drinkbaar. Koop flessen gezuiverd drinkwater, dat kan bijna overal. Let er wel op dat de flessen hun oorspronkelijke sluiting hebben. IJsklontjes in je cola zijn ook taboe, die worden immers gemaakt van leidingwater. Poets ook je tanden met flessenwater.
Traditioneel Brimees voedsel is verkrijgbaar in een thamin zai, letterlijk rijstwinkel. Op tafels staan pannen met diverse soorten curries uitgestald en je kunt aanwijzen wat je wilt. Toeristen krijgen vork en lepel geserveerd, maar de meeste Birmezen eten met hun rechterhand. Birmese restaurants sluiten al vroeg hun deuren, meestal om 20.00 uur. Buiten de restaurants en de theehuizen gaat het eten gewoon door. En dan zijn er nog die talloze eetstalletjes langs de kant van de weg. Afhankelijk van de eigenaar kun je daar Indiaas, Birmees of Chinees eten kopen. Indiaas eten bestaat uit biryani, een rijstschotel met kip of lamsvlees en verschillende soorten kebab. Voor vegetariërs is er thali: rijst, dhal (linzensaus), groentecurry, chutney en yoghurt. Bij thali’s eet je chapati, een soort pannenkoekje. Daarnaast zijn er veel restaurants met Chinese en Thaise gerechten op de menukaart. Westerse gerechten kun je bestellen in de luxe hotels, maar ze zijn duur en de kwaliteit is niet altijd wat je verwacht.