Hongarije bestaat voor het grootste gedeelte uit laagvlaktes en bevindt zich, omringd door het Karpatengebergte, in het Karpaten-bekken. Hongarije kent geen kustlijn. In het noorden van Hongarije zijn enkele bergen te vinden die behoren tot het Matragebergte met de hoogste berg Kékes (1015 meter). In het westen zijn kleine heuvels en dalen te vinden. Het groene landschap glooit hier mooi in elkaar over. De Grote Laagvlakte (De Nagy Alföld) is te vinden in het oosten van Hongarije. In deze regio vind je de meeste akkerbouw en veeteelt. Voor de komst van de landbouw was dit een groot steppegebied, poesta. Nu zijn hier nog maar twee gebieden van over: het Nationaal Park Hortobágy en het Nationaal Park van Bugac. De andere laagvlakte, genaamd Transdanubië, bevindt zich in het westen en is het meest vruchtbare gebied van Hongarije. Midden in Transdanubië ligt het Balatonmeer, de grootste ‘binnenzee’ van Europa.