Groepsreis voor de single- en soloreiziger

Heb je erg last van hoogtevrees of doe je liever iets rustiger aan? Dan kun je kiezen voor de Petit Tsingy. Zo kun je toch het Tsingy de Bemaraha NP bezoeken, zonder de grote hoogtes en het geklauter. Je maakt een wandeling naar het uitzichtpunt over de kalkstenen rotsen die ook voor ongetrainde wandelaars goed te doen is.

Je maakt de bijzondere rit terug naar Morondava, uiteraard met regelmatig een stop om de benen te strekken, een foto te maken of een bushtoilet te bezoeken. Onderweg geniet je van de ‘Malagassy massage’, zoals de chauffeurs de hobbelige ritten met een grote grijns noemen.

Wanneer je Morondava nadert, maak je een stop bij misschien wel de meest iconische plek van Madagscar: de Allée des Baobabs, ook wel Avenue of the Baobabs genoemd. Hier staat over een afstand van 260 meter langs de weg een groep van 20 tot 25 baobabs van Grandidier (de grootste soort baobabbomen). Deze bomen van ca. 30 meter hoog worden tot wel 800 jaar oud geschat. Dit plaatje is zelfs voor Madagascar uniek: veel baobabs zijn, omdat ze lange tijd geen beschermde status hadden, gekapt.

Je start aan een tweedaags avontuur onderweg naar Ifaty. Je reist dwars door het steeds veranderende landschap, steekt rivieren over, passeert kleine dorpjes en zal misschien even moeten uitstappen om de jeep een klein zetje te geven uit een diepe kuil of een kapotte band te laten vervangen. De chauffeurs zijn zeer ervaren en ontzettend handig, dus voor je het weet zet je je reis weer voort.

Aan het begin van de avond arriveer je in Manja. ‘Lower your standards’ is op Madagascar een veelgehoord advies, een flexibele instelling is een absolute vereiste. Het hotel in Manja is erg eenvoudig. In Manja en de wijde omgeving is dit hotel echter de enige overnachtingsplaats, en een overnachting noodzakelijk om de lange reis op te splitsen.

De laatste dag in de jeeps. Madagascar staat bekend om de ongerepte natuur en weinige westerse invloeden, en dat ervaar je ook vandaag weer. Een prachtige rit over zandwegen, door bossen en langs akkers, naar je volgende bestemming: de kustplaats Ifaty. Bij aankomst in het hotel in Ifaty aan het eind van de dag neem je afscheid van de jeeps en chauffeurs, de rest van de reis vervolgen we met onze bus.

In Ifaty kun je heerlijk uitrusten en genieten van de zon en de prachtige zonsondergangen. Het dorp bestaat volledig uit rieten hutjes. De tijd lijkt hier stil te staan. Aan het eind van de ochtend komen alle vissersboten naar het strand en kun je zien hoe ze de vissersnetten binnenhalen. Alle vrouwen en kinderen stormen toe om hun portie op te eisen. De kinderen spelen op het strand met zelfgemaakte vissersboten.

Vrije dag in Ifaty. Na een aantal lange reisdagen is dit het uitgelezen moment om lekker rustig aan te doen. Je kunt hier heerlijk langs het strand slenteren of met een boek neerstrijken in het zand.

Toch liever iets ondernemen? Er zijn verschillende optionele excursies mogelijk. Zo kun je vanuit Ifaty gaan snorkelen of duiken. In de maanden juli en augustus kun je door het kanaal van Mozambique migrerende walvissen langs de kust zien trekken en wordt een excursie aangeboden om de walvissen van dichterbij te kunnen spotten.

Het bizarre achterliggende bos getuigt van een ongekende schoonheid. Baobabs, pachypodium en verschillende soorten cactussen geven de toon aan. Een optionele excursie in de late namiddag naar dit 'spiny forest' levert fantastische foto's op. Een pad voert je tot diep in het bos en na een paar kilometer kom je uit bij een enorme baobab.

N.B. Tijdens je verblijf in Ifaty zal je, als je mee wilt gaan met een excursie, moeten kiezen tussen de voorgestelde opties en is er onvoldoende tijd in het programma om alles te kunnen doen. Je kunt, afhankelijk van de weersomstandigheden, wel een van de activiteiten op zee (snorkelen, duiken of walvisspotten in juli of augustus) die doorgaans in de ochtend plaatsvinden, combineren met een bezoek aan het dorp of het spiny forest in de middag.

De rest van de reis is de vertrouwde eigen bus ons belangrijkste vervoersmiddel. Het eerste stuk van de route, tot aan Toliara, is het wegdek nog onverhard. De bestemming voor vandaag is Ranohira, de belangrijkste uitvalsbasis voor een bezoek aan het Isalo Nationaal Park. Dit park is het meest bekend om de bijzondere rotsformaties en diepe kloven vol groene begroeiing met hier en daar zelfs watervallen of zoetwaterpoelen.

Het Isalo Nationaal Park is al honderden jaren het leefgebied van de Bara bevolking, die het park als heilig beschouwt. Een van hun tradities is om overledenen in grotten te begraven. Wanneer je het park bezoekt heb je kans om zo’n rotsgraf tegen te komen. Het spreekt voor zich dat je daar respectvol mee omgaat.

Vanuit Ranohira, je overnachtingsplaats bij het Isalo N.P. reis je door naar Ambalavao. Onderweg brengen we een optioneel bezoek aan de Anja Community Reserve, een natuurreservaat waar je diverse ringstaartmaki's en lemuren van dichtbij kunt bekijken. Er bestaan heel wat verschillende soorten lemuren. Een aantal zijn nachtdieren met relatief grote ogen, die in het wild slechts op Madagascar en een aantal omliggende eilanden voorkomen. Ook is er een aantal lemuren dat overdag leeft. Lemuren zijn waarschijnlijk de evolutionaire voorgangers van de apen. Het zijn alleseters die fruit, bloemen en bladeren, maar ook insecten en spinnen op het menu hebben staan. 

Ambalavao is een van de mooiste dorpen van het hoogplateau. De naam betekent letterlijk ‘Nieuwe Vallei’. De huizen zijn kleurrijk beschilderd, kenmerkend zijn de houten balkons. In Ambalavao is iedere woensdag en donderdag de grootste Zebumarkt van Madagascar. Van verre komen handelaars met hun kudde zebu’s (Indiase koeien met een grote vetbult op hun rug) naar deze markt. Tevens staat deze omgeving bekend om z’n geschepte papier, Antemoropapier. Je kunt een bezoek brengen aan een workshop papier scheppen of zijde spinnen, lokale tradities die hier nog volop in gebruik zijn.

In 1986 ontdekte men de zeldzame gouden bamboelemuur in het bij Ranomafana gelegen woud en in 1991 werd besloten dit gebied tot nationaal park te verklaren. Er zijn nog slechts 200 gouden bamboelemuren geteld en daarmee staan ze helaas hoog op de lijst van uitstervende diersoorten. Dat geldt ook voor de grote bamboelemuur. 

Er zijn twee wandelmogelijkheden door het Ranomafana N.P. van 2 of 6 uur. Je doet dit onder begeleiding van een (verplichte) gids. Via de steile glibberige paden van het nabijgelegen tropische regenwoud kun je op zoek gaan naar vele soorten vogels en lemuren.

We rijden vandaag naar Ambositra, dat tussen de heuvels ligt en een heel ander soort klimaat heeft. Ambositra (spreek uit 'Ambousjt') ligt midden tussen de rijstvelden in het gebied van de Zafamanirystam. Letterlijk vertaald betekent Ambositra de 'Stad der Rozen'. De Zafimaniry zijn bekend om hun fraaie houtsnijwerk en Ambositra is dan ook een belangrijk ambachtelijk centrum van houtsnijwerk. Je kunt het vaak schitterende houtsnijwerk in de verschillende souvenirwinkels van Ambositra kopen.

Wie wil kan optioneel mee gaan wandelen onder begeleiding van een lokale gids naar de Zafimanirydorpjes in de buurt, die gelegen zijn in een mooi heuvellandschap. De Zafimaniry zijn een subgroep van de Betsileo en staan bekend om hun voortreffelijke houtsnijwerk. Veel van hun woningen zijn ware kunstwerken en je krijgt de gelegenheid om van dichtbij kennis te maken met het dorpsleven. Je ziet de houtsnijwerkers aan het werk en kunt genieten van de omgeving. De dorpjes zijn allemaal klein, cultureel aantrekkelijk en met een hele hoop kinderen. Zij zijn de hoofdattractie, die je de houten sculpturen en houten huisjes doen vergeten. Het gebied doet met zijn vele rijstterrassen Aziatisch aan.

De route slingert vandaag door een heuvelachtig landschap met een waar kleurenspektakel. De groene rijstterrassen steken prachtig af tegen de dieprode aarde. De lage bergen en begroeide heuvels wisselen af met open vlaktes waar je kilometers ver kunt uitkijken. Je hoeft je onderweg geen moment te vervelen. Je rijdt door kleine dorpjes waar de huizen traditiegetrouw van leem en vlechtwerk gemaakt zijn. We overnachten in Antananarivo, om de lange reis naar Andasibe op te breken.

Vanuit Tana rijden we in ongeveer 4 tot 5 uur over de geasfalteerde Route Nationale 2 naar Andasibe. Onderweg passeer je rijstvelden, eucalyptusbossen en kleine dorpjes. In overleg met de reisbegeleider en chauffeur is het wellicht mogelijk een korte stop te maken bij een marktje of fruitverkoper. Andasibe is de uitvalsbasis voor het Andasibe-Mantadia Nationaal Park, het thuis van de indri indri; de grootste lemurensoort.

’s Ochtends vroeg word je wakker van de kenmerkende roep van de indri. Het geluid draagt mijlenver, klinkt een beetje als een neusfluit en is bedoeld om het territorium af te bakenen. Wellicht zie je hier ook een Parson's kameleon, een van de grootste kameleonsoorten.

Onder leiding van een (verplichte) lokale gids kun je in Andasibe N.P. optioneel een halve dagtocht maken, waarbij je zeker diverse diersoorten zult gaan zien. De gids gaat voor je op zoek naar de indri en bijna altijd vinden ze wel een familie. Ook ‘Woolly Lemurs’ en ‘Brown Lemurs’ worden veelvuldig gezien. Verder leven er kameleons, bijzondere kikkers en vele soorten vogels. De tocht voert grotendeels over goed begaanbare paden, maar om lemuren te zien zul je af een toe het pad moeten verlaten en wat moeten klauteren. De indri en andere lemurensoorten zijn 's ochtends het meest actief waardoor de kans om ze te zien dan veel groter is. Je kunt vaak verbazingwekkend dicht bij de dieren komen zonder dat het ze lijkt te storen.