Bevolking Namibie
Namibië heeft 2,5 miljoen inwoners en is daarmee een van de dunstbevolkte landen in Afrika. Er wonen maar zo'n 2 mensen per km²! Het bevolkingsaantal groeit echter wel met zo'n 3% per jaar.
De bevolking kent ten minste 11 verschillende etnische minderheden. De oorspronkelijke bewoners van Namibië zijn de Bosjesmannen of San, die in het oostelijk deel van Namibië leven, langs de flanken van de Kalahariwoestijn. Ze hebben hun eigen taal die verder alleen door wat geïsoleerde stammen in Oost-Afrika wordt gesproken (de 'klik' taal). De 1 miljoen tellende Owambo stam, die in het hoge noorden woont, is wel de grootste groep. Tegenwoordig migreren veel Owambo naar Windhoek, op zoek naar werk. De meeste van de 162.000 Kavango mensen leven ten zuiden van de Okavango rivier, waar ze in hun levensonderhoud voorzien als visser, herder of landbouwer. Dit mooie slanke volk woont vaak nog in traditionele hutten.
De circa 126.000 Herero leven meer in het centrum van het land, ten noordoosten van Windhoek, en zijn bekeerd tot het katholieke geloof door Duitse missionarissen. Dankzij deze laatste kenmerken zij zich heden ten dage door hun prachtige klederdracht, geïntroduceerd door een missionarisvrouw. Met name de theemutsachtige 'hoofddeksels' van de Herero vrouwen zijn zeer bijzonder. De Herero waren eens een belangrijk volk, maar door de oorlog met de Duitsers, begin 20e eeuw werd het volk gedecimeerd. In het noorden van het land (lees ten noorden van Etosha) leven nog animistische volkeren zoals de Damara en de Himba.
De Damara vormen een van de oudste bevolkingsgroepen van Namibië. Van oudsher zijn het veehouders, hoewel ook vaststaat dat ze op kleine schaal tabak en pompoenen verbouwden. Tegenwoordig telen de Damara maïs en groenten. Oorspronkelijk leefden ze in de meer centraal gelegen gedeelten van Namibië, maar werden daar door andere bevolkingsgroepen als de Herero verdreven. Het huidige Damaraland is in 1974 door Zuid-Afrika tot een soort thuisland uitgeroepen. Toch leeft maar een kwart van de Damara in dit gebied. Het opvallendst aan de Damara is hun matrilineair ingerichte samenleving.
De mooie Himba concentreren zich in de regio Kaokoveld in het noordwesten en tellen slechts zo'n 12.000 leden. Iedere familie beschikt over verschillende hutten die zijn gemaakt van takken, modder en mest. De hutten staan verspreid over een groot gebied. Het zijn semi-nomaden en ze trekken op zoek naar weidegrond met hun kuddes schapen, runderen en voornamelijk geiten over de woestijnsteppe. Een Himbafamilie verhuist diverse malen per jaar. In Kaokoland zie je daardoor soms dorpen die tijdelijk zijn verlaten. Als de natuur zich heeft hersteld, komen de mensen terug. Opmerkelijk aan de Himba is de bruinrode kleur van hun huid, haar en kleding (vaak alleen een geitenleren rok). Deze rode kleur wordt verkregen doordat ze zich insmeren met een mengsel van rode aarde, kruiden, boomschors en vet als bescherming tegen het woestijnklimaat. Mannen, vrouwen en kinderen dragen kettingen, arm-, heup- en enkelbanden die gemaakt zijn van schelpen en ijzeren kralen. Belangrijk sieraad van de vrouwen is de ohumba, een witte schelp die aan een ketting tussen de borsten hangt. De Himba zijn in de verte familie van de Herero.
Door de rigoureuze kolonisatie van Namibië zijn traditionele cultuuruitingen grotendeels verdwenen. De stempel die de blanken op het land hebben gedrukt, komt overal tot uitdrukking, vooral in architectuur en ruimtelijke ordening. De paar stadjes die Namibië rijk is, vertonen frappante gelijkenis met Duitse dorpen. In het uiterste noorden hebben de volkeren nog het meest hun eigen identiteit kunnen bewaren. De blanke bevolkingsgroep maakt nu zo'n 7% van het totaal uit. De eerste blanke bewoners van Namibië waren missionarissen en olifantenjagers. Vooral toen Namibië een Duitse kolonie werd nam het aantal blanken snel verder toe. Plaatsen als Lüderitz, Swakopmund en Windhoek groeiden uit tot belangrijke blanke vestigingsplaatsen.