Landschap Thailand
Het koninkrijk Thailand ligt in het centrum van Zuidoost-Azië en grenst in het noorden aan de landen Myanmar en Laos, in het zuidoosten aan Cambodja en in het uiterste zuiden aan Maleisië. Het drielandenpunt in het noorden Thailand/Laos/Myanmar is bekend als de 'Gouden Driehoek', vanwege de opiumteelt. De Thaise oostkust strekt zich over een lengte van 1520 km uit langs de Golf van Thailand. De westkust is 'slechts' 560 km en ligt aan de Andamanse Zee. Het land heeft een oppervlakte van 517.000 km² en is daarmee ruim twaalf keer zo groot als Nederland. Thailand kent verschillende landschappen. In het noorden treffen we beboste berglanden, met als hoogste top de Doi Inthanon (2595 m). Zo'n 12% van Thailand is nog bedekt met bos. Het noordoosten is het armste deel van het koninkrijk, vanwege de onregelmatige regenval. Er zijn tijden van droogte of juist overstromingen. Het centrum van het land is vruchtbaar gebied (rijstteelt) en hier stroomt ook Thailands belangrijkste rivier: de Chao Phraya, met haar bron- en zijrivieren. In de landengte van Zuid-Thailand is de vegetatie tropisch, met regenwouden, palmbomen en mangrove. Voor de kust liggen idyllische eilandjes met palmstranden, met als bekendste Koh Phuket, Koh Samui, Koh Samet, Koh Chang (Koh=eiland). Wilde dieren zijn er nog genoeg in Thailand, maar je moet er wel moeite voor doen en geduld hebben om ze te zien. Het 'wildlife' is geconcentreerd in de 79 nationale parken. Er leven in het wild nog olifanten, tijgers, slangen, wilde waterbuffels, herten, gibbons, makaken, beren en tapirs. Ook komen er veel vogelsoorten voor en onder water zijn veel verschillende kleurrijke vissen en koraalriffen te zien.