De parlementaire democratie Estland (in het Estisch: Eesti) maakt deel uit van de zogenaamde Baltische Staten (Estland, Letland en Litouwen). De Noord-Europese republiek grenst aan Letland en Rusland. Sinds 1991 is Letland onafhankelijk van de voormalige Sovjet-Unie. De Estse hoofdstad heet Tallinn, hier zetelt de regering. Andere grote steden in Estland zijn Tartu, Narva en Pärnu. De oppervlakte van Estland is 45.100 km², daarmee zit het land qua formaat tussen België en Nederland in.

Estland is een overwegend vlak land met uitgestrekte merengebieden, moerassen, veel rivieren en beken en uitgestrekte bossen. Het Peipsimeer is een van de grootste meren ter wereld, het ligt op de grens van Estland en Rusland. In het oosten van Estland liggen heuvels van 150 tot 300 meter die tijdens de ijstijd zijn gevormd. Uit die tijd stammen ook de grote zwerfkeien. De hoogste berg van Estland ligt in het zuidoosten, Suur Munamägi, met een hoogte van 318 meter. Voor de kust van Estland liggen ongeveer 1500 eilanden, die ongeveer tien procent van het Estse grondgebied uitmaken. Het grootste eiland is Saaremaa. De Estse kust bestaat uit gras-, zand- en kiezelstranden en hier en daar kliffen van zo’n 50 tot 75 meter hoogte.