De officiële feestdagen worden in geheel Italië gevierd. Op deze dagen is alles in het hele land dicht. Dat geldt voor: 1 januari (Nieuwjaarsdag of Capodanno), 6 januari (Driekoningen), Eerste en Tweede Paasdag in maart/april, 25 april (Bevrijdingsdag of Giorno della Liberazione), 1 mei (Dag van de Arbeid), 2 juni (Dag van de Republiek), 15 augustus (Maria-Hemelvaart), 1 november (Allerheiligen), 8 december (Onbevlekte Ontvangenis), Eerste (Natale) en Tweede Kerstdag en 31 december (Oudjaar of San Silvestro).
Italië heeft een flink aantal katholieke feestdagen. De bekende feestdagen zoals Pasen en Kerst worden door Italianen traditiegetrouw samen met hun familie gevierd. ‘La mamma’ zorgt vanzelfsprekend voor een uitgebreide maaltijd. Naast de bekende religieuze feestdagen kennen veel plaatsen ook een ‘eigen’ heiligendag waarop de patroonheilige van de betreffende stad of dorp wordt geëerd. Ook dan ligt in die plaats over het algemeen alles plat; zowel instanties (gemeentelijke instellingen, banken en postkantoren) als winkels zijn dicht. Enkele voorbeelden? Voor Rome is dat 29 juni (San Pietro), voor Milaan 7 december (Sant' Ambrogio), voor Venetië 25 april (San Marco) en voor zowel Turijn als Florence wordt op 24 juni San Giovanni geëerd.
Nog iets typisch Italiaans is de naamdag of onomastico. Het merendeel van de Italiaanse voornamen is afgeleid van heiligennamen. Voor Italianen is hun naamdag net zo belangrijk als de dag waarop ze geboren zijn, cadeautjes horen er zeker bij. Wil je weten wat jouw naamdag is? Er is (in het Italiaans) een
speciale internetkalender waarin je dat kunt opzoeken. Heet je bijvoorbeeld Carlo, dan is 4 november jouw naamdag. Voor Maria is het feest op 12 september. Toon, Antonia of Antonio? Dan is 13 juni jouw naamdag, de dag van de heilige Antonius van Padua.