Land en landschap Italië
Italië (La Repubblica Italiana) is een republiek in het zuiden van Europa, opgedeeld in 20 regio's die weer verder zijn opgedeeld in provincies. Italië is lid van de Europese Unie, al sinds de oprichting in 1952. De oppervlakte van Italië is 301.287 km², dat is bijna 7½ keer Nederland of 10 keer het oppervlak van België. De afstand van noord naar zuid bedraagt circa 1200 kilometer. Van oost naar west liggen de afstanden daarentegen maar tussen de 54 en 170 kilometer.
Italië grenst aan Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk en Slovenië. De soevereine staat Vaticaanstad (het kleinste land ter wereld) en de onafhankelijke republiek San Marino liggen binnen de geografische grenzen van Italië. De kusten grenzen aan de westkant aan de Ligurische Zee (bij de Rivièra) en Tyrrheense Zee (tussen Italië en Sardinië), aan de zuidkant aan de Ionische Zee (ten oosten van Sicilië) en aan de oostkant aan de Adriatische Zee. De kustlijn bedraagt in totaal rond de 7600 kilometer, de 3766 grote en kleine eilanden die tot Italië behoren zijn daarin meegenomen. Sicilië en Sardinië zijn de grootste eilanden. Het eilandje Lampedusa is het meest zuidelijke gelegen punt van Italië, het ligt dichter bij Tunesië dan bij het Italiaanse vasteland.
Italië bestaat voor 78% uit heuvels en bergen. Het hoogste berggebied is het Monte Rosa massief op de Italiaans-Zwitserse grens. De hoogste top is de Dufourspitze, 4634 meter hoog. Het Alpengebied omvat met een wijde boog heel Noord-Italië (900 km lang en 150–220 km breed). Aan de rand van de Alpen vind je diepe meren die zich vulden met smeltwater, zoals het Lago Maggiore, het Comomeer en het Gardameer. Zuidelijk daarvan ligt de Povlakte, genoemd naar de rivier de Po, een vruchtbare vlakte van zo’n 500 km lang die bevloeid wordt door de Po en haar zijrivieren.
De beroemde ‘laars’ is het Apennijns schiereiland, met als ruggengraat de Apennijnen. Dit gebergte, een zijtak van de Alpen, heeft een lengte van ongeveer 1000 kilometer en als hoogste top de Corno Grande (2914 meter). Aan beide zijden van de bergen ligt heuvelland en langs de kust een smalle strook laagland. Calderone, de enige gletsjer van de Apennijnen, is de meest zuidelijke gletsjer van Europa. Italië kent ook actieve vulkanen. In de vorige eeuw zijn er uitbarstingen geweest van de Vesuvius, de Stromboli en de Etna op Sicilië (nog in 2001). De laatste is Europa’s grootste vulkaan. De Vesuvius is het meest bekend van de uitbarsting in het jaar 79 na Christus. Verschillende plaatsen zoals Pompeï werden toen onder as en puinsteen bedolven.
Na Frankrijk, de Verenigde Staten en Spanje is Italië ’s werelds populairste vakantiebestemming. Elk jaar bezoeken ongeveer 35 miljoen toeristen Italië vanwege de zon, het water en de cultuur. De Adriatische en de Ligurische kust, de meren in het noorden, de grote cultuurcentra Rome, Florence en Venetië en de wintersportplaatsen zijn dé trekpleisters. Zuid-Italië trekt maar 20% van alle toeristen.