Het koninkrijk Spanje ligt in het zuidwesten van Europa en voor een deel in Afrika. Het Europese deel bestaat uit het vasteland, dat samen met Portugal op het Iberisch schiereiland ligt. Ook de eilandengroep Balearen (Mallorca, Menorca, Ibiza en Formentera) ligt in Europa, in de Middellandse Zee. Het Afrikaanse deel van Spanje bestaat uit twee enclaves die in Afrika liggen, Melilla en Ceuta (enkel grenzend aan Marokko). Ook de Canarische Eilanden liggen in Afrika. Spanje grenst aan Frankrijk, Andorra, Portugal en Gibraltar. Spanje (officieel in het Spaans:
Reino de España) heeft een oppervlakte van 505.990 km² en is daarmee ongeveer 12x groter dan Nederland en 16x groter dan België. De hoofdstad van Spanje is Madrid.
Het Spaanse landschap is veelal heuvelachtig en kent verschillende berggebieden. De bekendste daarvan zijn de Pyreneeën in het noorden en de Sierra Nevada in het zuiden. Het hoogste punt van Spanje ligt overigens niet op het Iberische schiereiland, maar op het Canarische eiland Tenerife; de Pico del Teide reikt daar 3718 meter boven zeeniveau. Het binnenland van het vasteland is schitterend, met amandel- en olijfbomen, prachtige meren en geweldige rotsformaties. Ook zijn er fenomenaal mooie natuurgebieden. Spanje heeft een kustlijn van ruim 4000 km, geen wonder dat Spanje prachtige (zand)stranden heeft met wuivende palmen en azuurblauw water.
De bestuurlijke indeling van Spanje is gebaseerd op federalisme, waarbij Spanje een bondsstaat is waarin de macht gedecentraliseerd wordt uitgeoefend. De mate van zelfbestuur verschilt in de autonome regio’s (
Comunidades Autónomas). De autonome gemeenschappen zijn onderverdeeld in provincies (
provincias), die vervolgens weer zijn onderverdeeld in comarca’s (
comarcas), die op hun beurt in gemeenten (
municipios) zijn opgedeeld. Spanje kent 17 autonome regio’s, waaronder: Andalusië, Aragón, Baskenland, Canarische Eilanden, Castilië en León, Castilië-La Mancha, Catalonië, Extremadura, Galicië, Murcia en Valencia. Twee van deze autonome regio’s lichten we verder toe.
De Canarische Eilanden (Spaans:
Islas Canarias) liggen in de Atlantische Oceaan, ten westen van Marokko en de Westelijke Sahara. De zeven hoofdeilanden zijn: Tenerife, Fuerteventura, Gran Canaria, Lanzarote, La Gomera, La Palma en El Hierro. Samen vormen ze een van de 17 autonome regio's van Spanje. De eilanden zijn ontstaan door onderzeese vulkanische activiteiten. Op de eilanden bevinden zich vier nationale parken, waarvan El Teide op Tenerife het meest bezochte nationale park van heel Spanje is. Tenerife is het grootste Canarische eiland en heeft ook de meeste inwoners van de eilandengroep. Fuerteventura is het oudste eiland van de archipel.
Andalusië (Andalucía in het Spaans) is een van de mooiste streken en een van de meest bezochte streken van Spanje. De prachtige steden Málaga, Sevilla, Ronda, Córdoba en Granada liggen in deze autonome regio in het uiterste zuiden van Spanje. Met een oppervlakte van 87.000 km² is Andalusië twee keer zo groot als Nederland of bijna drie keer België. Dankzij het klimaat is Andalusië ook de warmste regio van Spanje, met uitzondering van de Sierra Nevada waar je in de winter prima kunt skiën.