Taal Spanje
De officiële taal in Spanje is Spaans. Voor het Spaans worden in Spanje zelf twee woorden gebruikt: ‘Español’ (Spaans) of ‘Castellano’ (Castiliaans, uit Castilië). Beide termen worden in Spanje door elkaar gebruikt, afhankelijk van de regio waar je je bevindt.
Daarnaast zijn er vier officiële regionale talen (Catalaans, Baskisch, Galicisch en Aranees) die in sommige gebieden ook de dominante taal zijn. Zo is de gangbare taal in Catalonië, de Balearen en de regio València het Catalaans. Deze taal wordt gesproken door iets meer dan 18% van de totale Spaanse bevolking, oftewel 7½ miljoen inwoners.
Spanje kent buiten de genoemde talen nog legio dialecten en streektalen. Het beste voorbeeld daarvan is het Spaans dat in Andalusië door ongeveer 7 miljoen mensen wordt gesproken. Door de grote verschillen in vocabulaire en uitspraak is het zogenaamde ‘Andaluz’ (Andalusisch) voor veel andere Spanjaarden moeilijk te verstaan.
Met Engels (of Duits) kom je in de meeste toeristische plaatsen prima uit de voeten. Toch spreekt of verstaat 63% van de Spanjaarden geen Engels.