Reiszoeker

Reizen naar Nepal

Land en landschap Nepal

Nepal is een rechthoekig land dat van noordwest naar zuidoost een afstand heeft van zo'n 850 km en een maximale breedte heeft van 220 km. Het is met een oppervlakte van 147.000 km² vier maal zo groot als Nederland. Het land ligt ingeklemd tussen het door China bezette Tibet aan de noordoostkant en India, dat het aan de overige drie zijden omgeeft. Nepal wordt gedomineerd door het hoogste gebergte ter wereld, de Himalaya, waarvan de hoogste bergketen het land grotendeels afgrendelt van Tibet met toppen zoals de Mount Everest - bij de Nepalezen bekend als Sagarmatha (8848 m) - Manaslu (8156 m) en de Lhotse (8516 m).

Parallel aan de Himalaya en dus de lengterichting van het land, loopt aan de zuidkant de Mahabharat bergketen met toppen tot boven de 3000 meter. Tussen deze twee ketens bevindt zich de Pahar, heuvelland dat wordt doorsneden door veel rivieren en enkele kleine, vlakke valleien, waaronder de Kathmanduvallei, het kloppend hart van Nepal. Voorbij de Mahabharat bergrug ligt de jongste en laagste heuvelrug, Sivalik genaamd, met toppen tot 1200 m. Ertussen liggen enkele kleinere laagvlakten, waar dichte jungle steeds verder plaats maakt voor rijstvelden. Voorbij deze heuvels gaat Nepal over in de Terai, een laagvlakte die onderdeel is van de Ganges laagvlakte van India. Een strook van tussen de 20 en 40 km breed behoort hiervan toe aan Nepal.

De drie parallel lopende bergketens van Nepal worden op verscheidene plaatsen doorsneden door diepe rivierkloven. Dat geldt ook voor de hoogste bergrug, de Himalaya. De waterscheiding tussen Centraal-Azië en het Indiase subcontinent wordt gek genoeg niet gevormd door dit enorme gebergte, maar door een veel lagere, afgesleten bergrug in Tibet, zo'n honderd km noordelijk van de Himalaya. Hierdoor kunnen beroemde rivieren zoals de Indus en de Brahmaputra ontspringen ten noorden van de Himalaya, zich een weg door deze bergketen wagen en vervolgens naar het zuiden stromen.

In Nepal zelf is de Kali Gandaki een mooi voorbeeld van een rivier die via een enorme kloof dwars door de bergketen snijdt. De reden van het vreemde gedrag van deze rivieren is het feit dat ze ouder zijn dan de Himalaya. Volgens de huidige stand van de wetenschap is de ontwikkeling van de Himalaya zo'n 30 miljoen jaar geleden begonnen, toen de Indiase landmassa tegen het Euraziatische continent botste als gevolg van immense tektonische bewegingen in de afkoelende aardkorst. De Indiase schol schoof onder de Euraziatische met als gevolg het ontstaan van de Himalaya. Voor die tijd maakte het gebied waarin Nepal ligt deel uit van een oceaan, waarvan de Middellandse Zee nog een overblijfsel is. Hoog in de bergen worden dan ook ammonieten gevonden die aan toeristen worden verkocht voor enkele euro's. Voorafgaande aan het ontstaan van de Himalaya werd eerst de zuidkant van het Euraziatische continent gedurende enkele tientallen miljoenen jaren 'gerimpeld' door de oplopende druk van het verschuivende Indiase subcontinent. Het gevolg was de verhoging van Tibet en de rivieren die er stroomden liepen van noord naar zuid af. Terwijl de Himalaya groeide, wisten deze rivieren zich een weg te banen door de aanvankelijk lage heuvels en ze bleven hun rivierbeddingen uitslijten terwijl de bergen werden opgestuwd. De stuwing, waarvan de Himalaya het gevolg is, gaat nog steeds door en het gebergte neemt nog steeds in hoogte toe. Om deze redenen wordt Nepal ook regelmatig getroffen door aardbevingen en worden op breuklijnen aan de zuidelijke voet van de hoge bergketen warme bronnen gevonden. Dit tot grote vreugde van de daar wonende bevolking en de vermoeide trekker.

De legende over het ontstaan van de Kathmanduvallei blijkt juist verrassend. Volgens het verhaal was de vallei aan het begin der tijden een helder meer, met in het midden een lotusbloem, waaruit een helder vuur scheen, het licht van de oer-Boeddha Swayambu. Veel heiligen kwamen rond het meer wonen om van de pracht van het licht te genieten. Daaronder was de bodhisattva Manjusri, die uit China kwam om het licht te aanbidden. Hij kon er echter niet bij door het omringende water. Daarop spleet hij de zuidelijke heuvels waardoor het water kon wegvloeien en het meer opdroogde. De droge vallei werd de vallei van Kathmandu en het begin van Nepal. Geologen hebben berekend dat ongeveer tweehonderdduizend jaar geleden de rivier de Bagmati door de Mahabharat-keten brak, waarop het meer verdween en de vruchtbare vallei verscheen.

De verscheidenheid aan natuur in Nepal is enorm doordat in een klein gebied met hoogteverschillen van kilometers veel klimaatzones vlak naast elkaar bestaan. Er zijn grote gebieden waar ijs en sneeuw eeuwig heersen en zeldzame diersoorten zoals het sneeuwluipaard voorkomen. Maar daarnaast zijn er jungles en grasvlaktes waar het 's zomers 40 graden kan worden. Hier lopen nog neushoorns en wilde buffels rond. Daartussen vinden we naald- en rododendronbossen en alpenweiden waar wilde geiten zwerven. Slechts een vijfde deel van het land is in cultuur gebracht, vooral in de vorm van prachtige terrassen waar rijst wordt verbouwd. Een groot deel van Nepal is door zijn bergachtige landschap nog nauwelijks ontsloten en uitsluitend per voet of met kleine vliegtuigen te bereiken. Vooral het noordwesten is schaars bevolkt en weinig aangetast door mensenhanden.