In Panama is Spaans de officiële taal, 14 % van de bevolking spreekt als eerste taal Engels. Vele Panamezen spreken zowel Spaans als Engels. Vooral de zakenmensen en professionals én de West-Indiërs spreken beide talen. Het Panamese Spaans lijkt meer op dat van Cuba of Puerto Rico dan het Spaans van Costa Rica of Nicaragua. In Panama verdwijnt vaak de S (die wel uitgesproken wordt in Spanje en Mexico), met name op het eind van het woord of voor een andere medeklinker. Dus je hoort nosotroh ehtamoh (wij zijn), in plaats van nosotros estamos. Ook sommige d's en r's vallen weg. Het meest gebeurt dit op het platteland. Probeer in de stad niet platteland-Spaans te praten, want de meeste mensen daar beschouwen het als enigszins boers.
In Kuna Yala wordt nog de inheemse taal Kuna gesproken en in Ngöbe-Gublé spreken ze Guaymí. Aan de Carabische kust hebben zich redelijk wat Jamaicanen gevestigd, zij spraken Engels, maar tegenwoordig spreken de meesten ook Spaans. Rond de Kanaalzone spreken velen Spaans én Engels.