Reiszoeker

Reizen naar Rusland

Landschap Rusland

De Russische Federatie of Rusland is met een oppervlakte van 17 miljoen km², na het uiteenvallen van de Sovjet Unie nog steeds het grootste land ter wereld. Liggend op het noordelijk halfrond beslaat het 17% van de aarde, bijna net zoveel als de Verenigde Staten en Canada samen. Het strekt zich uit over de werelddelen Europa en Azië. Rusland meet 11.250 km van Europa in het westen tot aan de Stille Oceaan in het oosten. Het is zo breed dat het elf tijdzones omspant. Als de mensen in Moskou naar bed gaan, staan de mensen in Vladivostock aan de oostkust alweer op. Een vlucht van Moskou naar Vladivostock duurt 8 uur.

Het lage Oeralgebergte, dat van noord naar zuid loopt, splijt Rusland in twee ongelijke delen. De meeste mensen leven in het kleinere gedeelte aan de westkant van de Oeral, waar de beste landbouwgronden te vinden zijn en waar zich de belangrijkste industrieën bevinden. Het grotere deel, ten oosten van de Oeral, wordt meestal aangeduid als Siberië. Hoewel Siberië zo groot is als de Verenigde Staten, bedraagt het bevolkingsaantal maar een tiende van dat van de VS. Het hardvochtige klimaat schrok de mensen af en belemmerde de ontwikkeling. Hoewel het rijk is aan natuurlijke bronnen blijft het gebied een wildernis van dichtbegroeide bossen die doorkruist worden door onnoemelijk veel rivieren, en is het grootste deel van het jaar bedekt met ijs.

Landschap: Omdat Rusland zo'n geweldig groot land is zijn er grote verschillen in landschap en klimaat. Het grootste deel van het land is vlak, met uitzondering van de bergachtige streken in de Kaukasus (aan de oostelijke kust van de Zwarte Zee) en het oostelijke deel van Siberië. Rusland heeft vier soorten landschappen. Langs de noordgrens ligt, grotendeels binnen de poolcirkel, de toendra, een winderige, boomloze woestenij waar het 's winters bitter koud is. Behalve mos en korstmos groeit hier maar weinig. Zuidelijk van de toendra ligt de taiga, een brede band van naaldbomen die heel Midden-Rusland omspant. De meest voorkomende bomen zijn de lariks, de pijnboom, de spar en de den. De naalden en kegels die van de bomen vallen maken de grond zuur, dus is het geen goede landbouwgrond. Net als op de toendra is veel van de grond permafrost. Dat wil zeggen dat de grond tot op een kilometer diepte bevroren kan zijn. In de zomer smelt de toplaag en vormt door muggen vergeven moerassen. Beneden de taiga is een smalle strook vlak grasland die de steppe wordt genoemd. De vruchtbare zwarte grond, tsjernozem genoemd, is uitstekende landbouwgrond. Zuidelijk van de steppe is het landschap gedeeltelijk woestijnachtig. In deze zanderige grond groeit maar weinig, tenzij ze wordt bevloeid door de nabijgelegen rivier de Wolga.
Een groot deel van Rusland ligt dichter bij de noordpool dan bij de evenaar, dus heeft het een zeer koud klimaat, met veel sneeuw en maandenlang bevroren rivieren en meren. In het noorden van Siberië kan de temperatuur tot -70°C dalen, waardoor het het koudste gebied ter wereld is. Het westen van Rusland heeft kortere, minder strenge winters, met temperaturen die zelden benden de -15°C komen.

Geschiedenis: De Russen hebben een geschiedenis die ruim duizend jaar oud is en begint met de periode van de Russische vorstendommen met het centrum in Kiev. Bloedige burgeroorlogen tussen Russische vorsten onderling verzwakten het gebied. Nadat in 1237 een sterk ruitervolk vanuit Azië het land binnendrong en de steden één voor één veroverde, leefde het Russische volk 240 jaar lang onder het Tataars-Mongoolse juk, maar behield autonomie. Moskou speelde een vooraanstaande rol bij de unificatie van de Russische landen tot één staat en bij de omverwerping in 1480 van de gehate overheersing. Met de vorming van de verenigde Russische staat aan het einde van 15de eeuw werd Moskou tot het belangrijkste politieke, economische en commerciële centrum van het land. En later ook het centrum van de gehele Russische cultuur. Er werden kronieken bijgehouden, opmerkelijke literaire werken geschreven en ook de schilderkunst en beeldhouwkunst bloeiden. Hier werd begonnen met het drukken van de eerste Russische boeken in 1564, en werd de eerste instelling voor hoger onderwijs, de Slavisch-Grieks-Latijnse Academie, gesticht in de 17de eeuw.
Het uitgestrekt Russische Rijk werd van 1613 tot 1917 bestuurd door tsaren van het Huis Romanov. Het volk is meer dan eens opgekomen ter verdediging van Moskou, omdat zij hierin het hart van het Russische land zagen. Zo bevrijdde in 1612 de volkslandweer Moskou van Poolse invallers en hun buitenlandse soldaten. De vijanden werden verslagen en van de Russische grond verdreven. Ook speelde de stad een vooraanstaande rol in de Vaderlandse Oorlog van 1812, in de strijd tegen de troepen van Napoleon. In de slag bij Borodino bij Moskou werd het Napoleontische leger een slag toegebracht waarvan het zich niet meer heeft kunnen herstellen. En vanaf die tijd heeft geen enkele invaller ooit weer voet gezet op het grondgebied van Moskou. In 1712 verplaatste Peter de Grote de hoofdstad van de Russische staat naar St.-Petersburg, dat op zijn bevel werd opgebouwd. Maar toch bleef Moskou net als vroeger de uitdrukking van de nationale patriottische gevoelens van het volk vertolken. Moskou was echter afgeschermd van de verwesterlijking, die de hoofdstad St.-Petersburg onderging en bleef een zuiverder Russisch karakter behouden. Na de Russische Revolutie die in St.-Petersburg begon wordt Moskou weer de hoofdstad in 1918, maar nu van de Sovjet Unie. Na de val van de Sovjet Unie in de jaren '90 zijn er enorme veranderingen geweest en dit heeft ook op Moskou grote invloed gehad. Een groot deel van de stad werd in 1997 gerenoveerd ter ere van de 850ste verjaardag.

In 1914 raakte Rusland verwikkeld in de Eerste Wereldoorlog, en vocht aan de kant van de Verenigde Staten, Engeland en Frankrijk tegen Duitsland. In 1917 bevond Rusland zich in een crisis: het volk leed honger en was woedend op de tsaar en zijn generaals vanwege hun onbekwaamheid op het slagveld, waar dagelijks duizenden stierven. In maart 1917 begon de Russische Revolutie. Arbeiders in St.-Petersburg, toentertijd de hoofdstad van het Russische Rijk, gingen in staking. Arbeiders in andere steden volgden al snel hun voorbeeld. Er werden troepen gestuurd om de orde te herstellen, maar de soldaten sloegen aan het muiten en tsaar Nicolaas II werd gedwongen af te treden. Onder Lenin, de leider van de Bolsjewistische politieke partij, kwam het eerste communistische bewind tot stand, met gebruikmaking van de ideeën van Karl Marx. Volgens Marx moest een land niet opgedeeld zijn in een klasse met rijke mensen, die alle fabrieken en land bezaten, en een klasse van arme mensen die voor de rijken werkten. In plaats daarvan zou de staat al het land en de industrie moeten bezitten, zodat iedereen evenredig zou kunnen profiteren van hetgeen werd geproduceerd. In 1922 maakte het Russische Rijk plaats voor de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR). Lenin stierf (in 1924) en Josif Stalin nam de leiding over van zowel de Communistische Partij als de USSR. Hij werd een wrede dictator, die nergens voor terugdeinsde. Iedereen die zich tegen zijn plannen verzette werd vermoord of naar een concentratiekamp in Siberië gezonden. Miljoenen mensen stierven tijdens zijn schrikbewind. Stalin wilde dat de USSR een belangrijk militair en industrieel land zou worden en gaf opdracht voor de bouw van veel grote fabrieken en het openen van ijzererts- en kolenmijnen. Als gevolg daarvan was de USSR toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak beter uitgerust dan tijdens de Eerste Wereldoorlog. Toen het Duitse leger in 1941 de USSR binnenviel, kwam het tot Stalingrad. Na een lange, bloedige strijd werd het gedwongen zich terug te trekken, hevig achtervolgd door het Russische Rode Leger, tot de inname van Berlijn in 1945. Rond die tijd had het Rode Leger de volgende landen bevrijdt van het Nazi-regime: Roemenië, Joegoslavië, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Bulgarije en Polen. Het had bovendien controle over het oostelijke deel van Duitsland. Stalin was vastbesloten het communisme verder over Europa te verspreiden, dus weigerde hij uit de door het Rode Leger gecontroleerde gebieden te vertrekken.

Na het einde van de Tweede Wereldoorlog werd in Europa een scheidingslijn, het 'IJzeren Gordijn', opgetrokken door Duitsland, dat hierdoor in tweeën werd gesplitst. Oostelijk van het IJzeren Gordijn lagen de landen onder de invloedssfeer van de USSR. Samen werden deze communistische landen bekend als het Oostblok. Eens bondgenoten tegen dezelfde vijand, werden de Verenigde Staten en de USSR rivalen, die er ieder van overtuigd waren dat hun systeem van bestuur en industriële organisatie het beste was. Beide begonnen enorme bedragen te besteden aan wapens in een wapenwedloop om het machtigste land van de wereld te worden. Deze 'Koude Oorlog' duurde voort tot in 1985, toen Michail Gorbatsjov leider werd van de USSR. In die tijd was de vooruitgang van de USSR veel minder dan in de andere grote geïndustrialiseerde landen. Er was zoveel geld gespendeerd aan de wapenwedloop, dat er maar weinig was overgebleven voor het moderniseren van fabrieken of voor de bouw van nieuwe om te voorzien in dagelijkse behoeften die heel algemeen waren in niet-communistische landen. Gorbatsjov riep de Koude Oorlog een halt toe, en begon onderhandelingen met de VS om een eind te maken aan de wapenwedloop. Er kwam weer meer geld beschikbaar om te investeren in de industrie. Gorbatsjov stond ook toe dat er vrije verkiezingen gehouden werden, en één voor één stemden de Oostbloklanden voor niet-communistische regeringen die niet langer onder bestuur van de USSR zouden staan. Hierdoor aangemoedigd vroegen de republieken binnen de USSR om onafhankelijkheid en het einde van het communisme. De Communistische Partij was hier niet gelukkig mee, en in de zomer van 1991 leidde de partij een coup tegen Gorbatsjov in een poging de controle van de Partij over de USSR te herstellen. De coup mislukte omdat Boris Jeltsin, de president van de Russische Republiek, het leger overhaalde de rebellen niet te steunen. Aan het eind van 1991 hadden de republieken zich onafhankelijk verklaard en had de USSR opgehouden te bestaan. Elf van de voormalige republieken vormden de Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS), onder leiding van de Russische Federatie, met de bedoeling nauwe banden te houden in de toekomst. De nieuwe landen Georgië, Litouwen, Estland en Letland besloten zich niet aan te sluiten, maar Georgië trad later alsnog toe.

De overgang van het communisme naar het kapitalisme brengt vele problemen met zich mee. Veel fabrieken die goed draaiden onder het communisme moeten de strijd aangaan met moderne buitenlandse bedrijven, en hun toekomst hangt aan een zijden draadje. Veel arbeiders zijn hun werk inmiddels kwijt geraakt. Behalve het aanpassen van de industrie moet Rusland ook alle andere instellingen en diensten opzetten die het kapitalisme ondersteunen. In Moskou is een effectenbeurs geopend, met bijkantoren in andere grote steden. Er zijn nieuwe banken gekomen die gespecialiseerd zijn in het verstrekken van leningen aan bedrijven, er wordt een nationaal telecommunicatie netwerk aangelegd om bedrijven en fabrieken in staat te stellen te communiceren per fax en om informatie tussen computers uit te wisselen. Er zijn handelsscholen opgezet om managers te trainen op de kapitalistische manier van zakendoen. Het is nu nog te vroeg, maar als Rusland de tijd en het geld krijgt heeft het de potentie om een van de meest vooruitstrevende geïndustrialiseerde landen ter wereld te worden.

Moskou in cijfers: Moskou heeft een oppervlakte van 879 km² (inclusief voorsteden). De stadsgrens vormt de ringweg van 109 km. Moskou ligt aan de rivieren Moskwa en Jaoeza in het midden van het Europese deel van Rusland, tussen de Noord-Russische Rug in het noorden en het Centraal Plateau in het zuiden. De stad strekt zich uit over 40 km van noord naar zuid en 30 km van west naar oost. Deze grootste stad van Rusland is het politieke, economische en culturele centrum van het grootste land ter wereld. Van de ca 12 miljoen inwoners bestaat een kwart uit kinderen, jongeren en gepensioneerden.

St.-Petersburg in cijfers: Deze op één na grootste stad van Rusland heeft een oppervlakte van 607 km² (met voorsteden erbij zelfs 1439 km²). De stad ligt op ongeveer 44 eilanden in de Neva-delta, die door meer dan 550 bruggen met elkaar verbonden zijn. Er is een directe toegang tot de Oostzee. De afstand tussen de stadsgrenzen in noord-zuidrichting bedraagt 60 km, van oost naar west 30 km. In de stad wonen zo'n 5 miljoen mensen, van wie meer dan een miljoen gepensioneerden.