Reiszoeker

Reizen naar Madagascar

Landschap Madagascar

Madagascar is het vierde grootste eiland ter wereld, gelegen ten zuidoosten van het Afrikaanse continent. De oppervlakte beslaat 587.041 km² en Madagascar is daarmee ongeveer net zo groot als Frankrijk en België samen. Van noord naar zuid is de langste afstand 1580 km, en van oost naar west is de langste afstand 579 km.

Madagascar wordt ook wel het “Rode Eiland” genoemd, een verwijzing naar de roodbruine aarde. Door de centrale bergrug die over het eiland loopt kent Madagascar een zeer afwisselend landschap. In het noorden ligt het berggebied Montagne d’Ambre met bossen vol met varens, palmen en andere enorme bomen. Iets meer naar het zuiden ligt het grotendeels vulkanische Ankarantra-gebergte met vele grotten, spelonken, kalksteenformaties en onderaardse rivieren. Het zet zich naar het noorden en zuiden voort met een gemiddelde hoogte van 1500 meter. De gehele oostkust is tropisch vochtig en men vindt hier dan ook de tropische regenwouden. Deze regenwouden zijn het leefgebied van een enorme gevarieerde dierenwereld. De zuidwestelijke punt van Madagascar is een zeer droog woestijngebied met enorme doornhagen en andere bizarre vegetatie zoals pachipodiums en baobabs. Tussen het savannelandschap in het noordwesten en het woestijnlandschap in het zuidwesten ligt nog een gebied met een steppelandschap. In het noordwesten heeft de kust vele diepe inhammen, waarvoor vele eilanden liggen. De grootsterivieren zijn de Manambdo en de Tsiribihina.

Het eiland hoort bij Afrika, maar echt Afrikaans kun je het niet noemen. Vooral door zijn rijstterrassen doet het centrale hoogland af en toe denken aan Azië. Het is een aaneenschakeling van vruchtbare rijstvelden, bergen en dalen met af en toe een dorpje bestaande uit plaggenhutten of de typische rode huizen van meerdere verdiepingen. Het droge zuiden is landschappelijk echter weer typisch Afrikaans.

Veel van de unieke flora en fauna wordt bedreigd. Doordat de bevolking voor de energiebehoefte grotendeels afhankelijk is van hout en houtskool en men grote stukken regenwoud afbrandt om er landbouw op te bedrijven gaat steeds meer van de oorspronkelijke vegetatie van het eiland verloren, en daarmee ook veel bijzondere plantensoorten. Om de natuurlijke gebieden te beschermen zijn een groot aantal gebieden uitgeroepen tot Nationaal Park. Steeds meer gebieden krijgen die bijzondere status. Het Wereldnatuurfonds en Unesco zijn o.a. twee organisaties die toezien dat de natuur van Madagascar gerespecteerd wordt en beschermd blijft. De parken zijn ondergebracht in drie verschillende categorieën:
Nationale Parken (Parc National): In deze gebieden mag niet gekapt worden en landbouw is verboden. Mensen mogen hier niet wonen. Toeristen mogen de parken onder begeleiding van een lokale gids bezoeken.
Réserve Spéciale: In de Speciale Reservaten mogen wel mensen wonen maar landbouw, jagen en houtkap is verboden. Deze status wordt toegewezen aan gebieden die minder bedreigd zijn.
Réserve Naturelle Integral: Toeristen en lokale bevolking zijn hier niet welkom. Deze gebieden zijn ernstig bedreigd en er wordt getracht de gebieden zo natuurlijk mogelijk te houden. Alleen wetenschappers hebben toegang voor onderzoek.

Flora: Madagascar kent een zeer uitbundige flora; tropisch regenwoud, roodkleurige hoogplateaus met groene rijstterrassen, boomsavanne met baobabs, halfwoestijn en palmomzoomde eilanden en kustlijnen. Meer dan 80% van de begroeiing is uniek voor Madagascar en komt in de rest van de wereld niet voor. Madagascar telt meer orchideeën (1000 verschillende soorten) dan het hele Afrikaanse vasteland. Het regenwoud behelst het hele oosten van Madagascar. Naast grote aantallen endemische planten vind je hier pandanuspalmen, bamboe, boomvarens en orchideeën. De bomen die je vooral op zullen vallen op Madagascar zijn de baobabs. Van de 8 verschillende soorten baobabs die de wereld telt groeien er maar liefst 7 op Madagascar. Op het Afrikaanse vasteland komt slechts één soort voor die ook op Madagascar groeit. Het enige andere land ter wereld wat nog een baobabsoort heeft is Australië. De sponsachtige stam van de baobab bevat een grote hoeveelheid water, dat afgetapt kan worden via een gat in de stam. De stam wordt gebruikt voor dakbedekking of als trog voor het vee. De vruchten van de baobab bevatten olie waarin gebakken wordt. Verder wordt de harde ronde schil gebruikt als waterkom. Een andere opvallende boomsoort is de pachypodium, ofwel olifantsvoetboom. Een soort groeit in Isalo Nationaal Park en lijkt op een minibaobab, maar is geen familie. Zuidwest Madagascar staat bekend om de bizarre vegetatie en hier vind je dan ook hele bossen met alleen maar cactussoorten, succulenten en baobabs. Een soort stekelbos.

Fauna: Madagascar kent geen zoogdieren als zebra’s, olifanten, leeuwen en antilopen. Alleen vleermuizen en een klein aantal zoogdieren die hier door de mens zijn geïntroduceerd, komen overeen met de dieren in de rest van de wereld. De bekendste bewoners van het eiland zijn de lemuren. Er komen van deze halfapen 51 soorten voor op Madagascar. Een flink aantal soorten zijn sinds de komst van de mens, zo’n 2000 jaar geleden, uitgestorven. Hoewel er fossiele resten van lemuren zijn gevonden elders in de wereld, komen lemuren tegenwoordig alleen nog maar op Madagascar voor. Lemuren die we waarschijnlijk zullen zien zijn de bekende ringstaartmaki’s, de sifaka’s, muislemuren, de woolly lemurs en de Indri (de grootste lemurensoort). De meest vreemde lemurensoort is de Aye Aye, het vingerdier. Het is een groot donkerharig dier en het heeft tanden als een knaagdier, oren als een vleermuis, de staart lijkt op die van een vos en de skeletachtige middelvinger is veel langer dan de andere vingers. Andere unieke zoogdieren zijn de tenrecs (soort egel), de fanaloka (gestreepte civet), mangoesten en de fossa (het grootste roofdier van Madagascar met een katachtig uiterlijk).

Madagascar telt meer dan 150.000 soorten ongewervelde dieren zoals insecten en spinnen. Er zijn zo’n 300 soorten vlinders en wel 4000 soorten motten. De enige amfibieën op Madagascar zijn de kikkers die er in vele kleuren voorkomen. Reptielen nemen een speciale plaats in in de fauna van Madagascar. Je vindt er gekko’s, skinks, hagedissen, landschildpadden en de gevreesde nijlkrokodil. De slangen die op Madagascar voorkomen (waaronder 3 verschillende soorten boa’s) zijn ongevaarlijk. Meest spraakmakend van alle reptielen zijn natuurlijk de kameleons. Van de bekende soorten kameleons ter wereld komt de helft voor op Madagascar.

Madagascar telt slechts 270 soorten vogels maar 110 soorten zijn endemisch (komen nergens anders ter wereld voor). Opvallend zijn de vanga’s met hun vreemde snavel. Ook de onderwaterwereld van Madagascar is indrukwekkend, naast vele soorten vissen vind je in de kustwateren grote dieren als zeeschildpadden, bultrugwalvissen (van juli – september) en witte haaien.

Een dier dat eigenlijk van oorsprong niet uit Madagascar komt en ook niet in het wild leeft verdient het toch om genoemd te worden: de zebu. Dit zijn de Indiase koeien die je overal ziet lopen met hun herders. Er wordt grote waarde gehecht aan het bezit ervan en ze zijn een symbool voor rijkdom en status en worden gebruikt als lastdieren. Zebu’s zijn in veel gevallen waardevoller dan een echtgenote. Deze beesten zijn bijna heilig voor de lokale bevolking en worden meestal niet gegeten behalve bij offers tijdens ceremonies. Ook de kleur van de zebu is belangrijk. De meest waardevolle zebu’s hebben een donkerbruine kleur met een witte vlek op hun kop. Als er een religieuze ceremonie plaatsvindt wordt er een zebu geofferd. Het hoofd wordt gegeven aan de hooggeplaatsten. Het bloed wordt op de deelnemers gesmeerd omdat het zuiverende kwaliteiten zou hebben.