Bevolking Marokko
Berbers en Arabieren: Marokko telt naar schatting 36 miljoen mensen. Zo'n 40% van hen behoort tot de Berbers en heeft een Berberdialect als moedertaal. De overigen spreken van huis uit Arabisch. De Berberdialecten hebben een drietal overeenkomsten met elkaar: ze zijn verwant aan de oud-Egyptische taal, kennen alleen een orale traditie en geen schrift, en ze wordt overwegend gesproken door mensen die in of achter de bergen wonen. Berbers uit de Rif verstaan geen Berbers uit het zuiden en zelfs over kleinere afstanden kunnen de dialecten zo verschillen dat men zijn toevlucht moet nemen tot het Arabisch om een gesprek te voeren. Alle Berberdialecten zijn doorspekt met Arabische woorden. In 2004 werd het Berberschrift (Tifinar) geïntroduceerd op een aantal scholen in Marokko. Het Arabisch is een veel ontwikkelder taal met zijn eigen schrift, een taal waarin wetenschap wordt bedreven en het is bovenal de taal van de koran. Het wordt gesproken in heel Noord-Afrika en het Midden-Oosten en de inwoners van Marokko zullen weinig moeite hebben om een gesprek te voeren met iemand uit Libanon of Oman. In tegenstelling tot de Berbers, die in dorpen in de bergen wonen, wonen de Arabieren in (de Marokkaanse) steden. Grote delen van Marokko zijn door bergen en woestijnen tot op heden moeilijk bereikbaar en onherbergzaam. Het leven is er hard en de mensen leven een simpel en geïsoleerd bestaan in stammen. De verwantschap gaat vaak terug tot een stamvader, de marabout. Het is in deze afgelegen streken dat we het beeld van de Berber het meest intact zien: een eigen dialect en klederdracht, vaak een eigen gewoonterecht en een duidelijke stamidentiteit. De ziel van hun religie bevindt zich niet in het reciteren van de koran maar in het vereren van de stamvader. Eeuwenlang hebben de Berbers zich moeten verdedigen tegen elkaar en tegen de legers van de heersende sultans, die hen vaak genadeloos afslachtten en de hoofden opspiesden langs de stadsmuren. Het meest kenmerkende van de Berbertalen is misschien wel de traditie van de vertelkunst die tot op heden levend wordt gehouden. Een taal zonder schrift uit zich vaak meesterlijk in de vorm van verhalen die doorgegeven worden van generatie op generatie en tot op heden kun je op het Jmaa el-Fna plein in Marrakech dagelijks zien hoe luisteraars verhalenvertellers omringen, gevangen in de aandacht voor hun fantastische voordrachten. Iemand ontleent respect aan vertelkunst. Om een Berber te overtuigen is het belangrijker welluidend te spreken met een omhaal van woorden dan om zich gesteund te weten door feiten. Een andere opvallende groep is die van de Haratin, de bewoners van de zuidelijke oases. Ook zij zijn meestal grootgebracht met een Berberdialect als eerste taal, maar ze maken geen deel uit van een Berberstam. De Haratin staan vaak laag in de hiërarchie en huwen zelden buiten hun eigen groep. Vermoedelijk is hun aanwezigheid ouder dan die van de Berbers, maar er zijn er ook veel met de karavanen uit het zuiden meegekomen, als handelaar of als slaaf. Sultan Moulay Ismael alleen al haalde meer dan tienduizend Haratin uit Afrika om een lijfwacht te vormen naar het voorbeeld van de Ottomaanse sultans. In Marrakech zijn het vooral Haratin die acrobatische toeren uithalen of dansen op gnaoua ritmes.
Middelen van bestaan: Marokko is in de eerste plaats een agrarische samenleving en bijna de helft van de bevolking is afhankelijk van landbouw en veeteelt. In de westelijke kustvlakte en langs de Sous rivier is er wat grootschalige moderne landbouw gericht op export maar het zijn nog altijd de kleine boeren die het overgrote deel van de productie verzorgen, in eerste plaats om eigen familie te voeden en daarnaast om kleine overschotten te verkopen op lokale markten. Landbouw, veeteelt, het spinnen van wol en de verwerking tot kleding, dekens en tapijten voor eigen gebruik, gebeurt grotendeels op de boerderij. Tot de belangrijkste landbouwproducten behoren tarwe, gierst, haver, aardappelen, citrusvruchten, olijven, meloenen, tomaten en groenten. In de bergen worden kleinere hoeveelheden noten, pruimen, appels en peren geteeld en uit de oases komen veel dadels. De veestapel bestaat uit bijna 20 miljoen schapen, zo'n 5 miljoen geiten en een 3 miljoen koeien. Verder wordt er overal pluimvee gehouden, vooral kippen en kalkoenen. Voor het vervoer in het land zorgen nog altijd honderdduizenden ezels, muildieren en in mindere mate paarden en kamelen. Officieel draagt de agrarische sector slechts 15% bij in het nationaal product, maar dat betreft alleen het verhandelde deel van de opbrengst. Langs de kust vindt visserij plaats en Marokkaanse vissers vangen de meeste sardines ter wereld. Belangrijke vissershavens zijn Tanger, Casablanca, El Jadida en Agadir. Grote fosfaatafzettingen maken het land tot de belangrijkste producent ter wereld van deze stof die vooral wordt verwerkt in kunstmest. Op kleine schaal wordt er kolen, olie en gas gedolven, maar de gewonnen hoeveelheden dekken bij lange na niet de behoeften van het land. Zelfs aan water is er in grote delen van het land een chronisch tekort. Het afgelopen decennium was het natste dat ooit in het land is gemeten en voor het eerst sinds lange tijd is de grondwaterspiegel op veel plaatsen weer gestegen in plaats van gedaald. Ongeveer een zesde deel van de werkende bevolking verdient de kost in de industrie en kunstnijverheid. De industrie is van eenvoudige aard en verwerkt vooral producten uit de landbouw, visserij en de fosfaatwinning. Daarnaast zijn producten voor de huizenbouw, zoals baksteen, cement en betonijzer belangrijk in een land waar de bevolking hand over hand toeneemt. Voor de toerist zijn vooral de kunstnijverheidsproducten interessant. Marokko is een van de meest veelzijdige landen ter wereld op het gebied van kunstnijverheid, iets wat in meer ontwikkelde economieën vaak is verdwenen. Bewerkt leer, beschilderd aardewerk, zilveren en gouden sierraden, bewerkt hout, tegels en plavuizen behoren tot de belangrijkste producten in deze sector. Inmiddels is er een behoorlijke banksector ontstaan en begint ook andere dienstverlening van de grond te komen. Met name de toeristenindustrie zorgt voor de noodzakelijke banen en harde valuta. Naast het toerisme is het geld, dat honderdduizenden in Europa werkende Marokkanen in het land investeren, van groot belang.