Reiszoeker

Reizen naar Tanzania

Safari en migratie Tanzania

Wat is nu de beste tijd om wild te zien?

In het algemeen is de beste tijd om wild te zien in Tanzania van half december tot half maart en van juni tot eind oktober. In deze tijd is water schaars en zijn de dieren aangewezen op een klein aantal waterbronnen en rivieren, waardoor de concentraties dieren rondom deze plekken het hoogst is.

Tijdens de grote regens (half maart tot eind mei) en kleine regens (eind oktober tot begin december) is het wild meer verspreid. Op deze reis kom je hoe dan ook, op elke reis, het hele jaar door, een enorme variëteit aan wilde dieren tegen. Olifanten, giraffen, tientallen verschillende antilopensoorten, nijlpaarden, buffels, bavianen en spectaculaire vogels zoals maraboes, gieren, roofvogels en honderden soorten meer. Je zult ook zeker roofdieren tegenkomen zoals leeuwen, luipaarden, cheeta’s of gevlekte hyena’s. Sommige dieren zijn aanzienlijk zeldzamer, zoals neushoorns, wilde honden of bepaalde nachtdieren en daarvoor zul je geluk moeten hebben. Vogelliefhebbers worden rijk bedeeld, want de verscheidenheid aan soorten in Tanzania is enorm.

Migratie van wildebeesten en zebra’s: Veel reizigers willen graag iets zien van de grote migratie, één van de meest spectaculaire gebeurtenissen in het dierenrijk, waarbij grote kuddes wildebeesten (gnoe’s), zebra’s en nog enkele antilopensoorten op weg zijn naar steeds nieuwe groene weidegronden op de eindeloze hoogvlaktes van de Serengeti en Masai Mara. Het patroon van de migratie verloopt normaliter als volgt: na de grote voorjaarsregens, begint de trek in juni vanuit het zuiden van de Serengeti (Ndutu vlakte) naar het centrale en westelijk gedeelte van de Serengeti. De kuddes zijn dan vaak te vinden in de omgeving van de centraal gelegen Seronera-vallei of aan de westkant van de Serengeti. Daarna, in de maanden juli en augustus gaan ze naar het noorden en komen zo rond september aan in de Masai Mara in Kenia. Vanaf november gaan ze weer zuidwaarts, naar de oostelijke vlaktes van de Serengeti en het NgoroNgoro-reservaat. In december bereiken de kuddes weer de Ndutu-vlaktes en in een heel korte periode worden ontelbare jonge dieren geboren. De kuddes blijven in deze maanden in dit gebied en de grote troepen leeuwen die hier wonen en vaak rond de ‘kopjes’ te vinden zijn, worden vet van de enorme buit.

Overigens is het gebied waarin de beesten rondtrekken zo groot als Nederland, dus we kunnen geen harde garanties afgeven dat je de migratie tegenkomt, maar op elk moment van het jaar behoren de Serengeti en de Masai Mara tot de meest dierenrijke plekken ter wereld, ook als de migratie er niet is. Tal van diersoorten migreren helemaal niet of in heel andere patronen, zoals buffels, olifanten, giraffen en tal van antilopen. Ook de grote katten; leeuwen, luipaarden en cheeta’s migreren niet. Eigenlijk is het dus (bijna) altijd een uitstekende tijd om deze schitterende gebieden te bezoeken, behalve tijdens de grote regens die half maart beginnen en eind mei afgelopen zijn.