Vietnam heeft circa 100 miljoen inwoners en behoort tot de dichtst bevolkte landen ter wereld. Slechts 20% woont in de steden. In de hoofdstad Hanoi wonen circa 8 miljoen mensen en in Ho Chi Minh City (voorheen Saigon) ruim 9 miljoen. Zeer dichtbevolkt zijn de delta's van de Mekong en de Rode Rivier. De bergen en heuvels zijn dunbevolkt. De bevolking is relatief jong, meer dan de helft is jonger dan 21 jaar.
Vietnam heeft een groot aantal etnische groepen. De grootste daarvan (88%) zijn de Kinh, de etnische Vietnamezen. De 1 miljoen Chinezen vormen een belangrijke minderheid. Slechts 3000 van hen hebben de Chinese nationaliteit behouden, terwijl de rest, die met Hoa wordt aangeduid, de Vietnamese nationaliteit heeft aangenomen. In het algemeen hebben de Chinezen, genaturaliseerd of niet, gewoonten en kleding van hun vaderland in ere gehouden. Velen vestigden zich in Cholon, 4 km van het centrum van Ho Chi Minh City, een bloeiend handelscentrum. In de bergachtige gebieden, die bijna tweederde van het totale landoppervlak van Vietnam innemen, leven ruim 50 etnische minderheden, merendeels in stamverband. Tot deze stammen, die door de Fransen montagnards (bergbewoners) werden genoemd, behoren in het centrale deel o.a. de Muong, de Ra Dé, de Ja-rai, de Banhar en de Sedang. Het berggebied in noordelijk Vietnam kent als stammen bijvoorbeeld de T-y, de N-ng, de Thài, de Hmong, de Lao en de Lu. Verder zijn er nog Cham en de uit Cambodja afkomstige Khmer, die voornamelijk in de Mekongdelta leven. De Vietnamese overheid streeft op het moment naar integratie van de minderheden.
De officiële taal is het Vietnamees. Het wordt geschreven in het Romeinse schrift en is een tonale, éénlettergrepige taal. Woorden krijgen betekenis door een van de zes toonhoogten waarop ze worden uitgesproken. Overigens spreken de etnische minderheden hun eigen talen.