Cultuur Indonesië
De cultuurverschillen tussen Europeanen en Indonesiërs zijn zo groot dat je er een heel boek aan zou kunnen wijden. Hieronder zijn een paar punten uitgepikt, die van direct en dagelijks belang zijn bij je omgang met de bewoners.
Omgangsvormen: Indonesiërs zijn bijzonder vriendelijk en open. Waar je ook komt, je zult dikwijls door kinderen en zelfs volwassenen worden begroet met 'Hello mister' (ook als je een vrouw bent). Wat belangrijk is: word nooit kwaad, blijf rustig en verlies je gevoel voor humor niet. Het tonen van kwaadheid wordt door Indonesiërs opgevat als een verwerpelijk teken van zwakte. Een glimlach is je sterkste wapen. Strijk nooit iemand tegen de haren in en bekritiseer ook nooit iemand in het bijzijn van anderen. Indonesiërs zijn bijzonder gevoelig voor gezichtsverlies. Slecht nieuws of ongenoegen moet onder vier ogen worden overgebracht.
Afspraken: Wij komen uit een uiterst jachtige cultuur waar tijd geld is en afspraken punctueel dienen te worden nagekomen, omdat anders het schema van de rest van de dag in duigen valt. Indonesiërs hebben daar niet zo'n last van. Niet dat ze persé te laat komen, het kan ook zijn dat ze toch niets te doen hadden en een uur te vroeg komen. Indonesiërs leven meer in het 'hier en nu', maken zich minder druk over de toekomst en hebben veel meer geduld. Een veel gehoorde uitspraak zegt genoeg; jam karet ofwel rubberen tijd!
Handen en voeten: Indonesiërs gebruiken geen toiletpapier maar vegen zich af met water uit een fles, waarbij ze hun linkerhand gebruiken. Dit verklaart waarom je nooit iets met de linkerhand aangeeft of aanneemt en waarom je niet met de linkerhand eet. Die is immers onrein. Raak ook nooit iemands hoofd aan (ook niet dat van kinderen). Naar iemand wijzen wordt ook als onbeleefd beschouwd. Als je iemand wenkt, doe dat dan met een neerwaartse zwaai van de hele hand. Leg je voeten niet op tafel en doe je schoenen uit voordat je een woning, moskee en soms zelfs een museum binnengaat. In zittende houding behoor je je voeten weg te stoppen. Sla niet de benen over elkaar terwijl de zool of punt van de voet naar een ander is gericht.
Lichamelijk contact: Hoewel Indonesiërs afwijzend staan tegen openbare blijken van genegenheid tussen een man en een vrouw, aarzelen ze niet om een volkomen onbekende tijdens een gesprek aan te raken. Probeer hier niet al te overgevoelig voor te zijn.
Kleding: Indonesiërs kleden zich graag formeel voor bepaalde gebeurtenissen. Ze beoordelen een medemens grotendeels op het uiterlijk. Keurige kleding suggereert zorgeloze welvaart. Een ongewassen haardos, transpiratiegeur en (ongewassen) sjofele kleding maken het gezichtsverlies totaal. Een korte broek is in huiselijke kring en aan het strand geen probleem. Maar in het openbaar wordt het dragen van shorts als niet netjes gezien.
Moskee- of tempelbezoek: Wanneer je een moskee of tempel bezoekt, let dan op aanwijzingen of je je schoenen uit moet trekken. Toon respect, kleed je netjes en gedraag je rustig. Loop niet voor biddende mensen langs, informeer of je mag fotograferen en als er een ceremonie plaatsvindt, zorg dan dat je die niet verstoort. Bij het bezoek aan een Balinese tempel moet je meestal een tempelsjerp om je middel dragen (vaak ter plaatse verkrijgbaar).
Mandiën: Het Indonesische baden (mandiën) gaat wel even anders dan in Nederland en België. Vaak zul je de traditionele mandibak aantreffen. Het is niet de bedoeling dat je ín de grote bak water in de badkamer gaat zitten. Met een klein emmertje schep je water uit de bak en gooit dat over je heen.
Nieuwsgierigheid: Indonesiërs zijn gastvrije mensen, het kost geen enkele moeite om met een vreemde aan de praat te raken. Het stellen van allerlei persoonlijke vragen over leeftijd, salaris, religie en andere privé-aangelegenheden is in Indonesië de gewoonste zaak van de wereld. Zeker in gebieden waar weinig buitenlanders komen, heb je de kans op een oploopje als je verschijnt. De mensen willen van alles van je weten, en zullen misschien zelfs aan je haar voelen om te kijken of het echt is. Andere Indonesiërs zullen naar je toe komen voor een praatje, gewoon even om hun Engels te oefenen.
Vrouw op reis: Indonesië is een vrij gemakkelijk land voor (netjes geklede!) vrouwelijke reizigers. Dat wil niet zeggen dat je nooit zult worden lastig gevallen, maar dat is meestal onschuldige plagerij, waar je het best resoluut maar met humor op kunt reageren. Regelmatig zul je de vraag moeten beantwoorden of je getrouwd bent en hoeveel kinderen je hebt. Je maakt het je veel gemakkelijker als je zegt dat je getrouwd bent. Zeg in ieder geval nooit dat je bent gescheiden.
Onderhandelen: Onderhandelen is een algemeen verschijnsel in Indonesië. Je wordt verwacht te onderhandelen op de markt en in toeristenwinkels, in taxi's zonder meter en fietstaxi's (becak). Wie de hele dag een becak nodig heeft, kan beter een dagprijs afspreken. In lokale bussen die vaste routes rijden hoef je niet te onderhandelen. De prijs voor het eten in restaurants staat meestal vast (harga pas). Vooral voor de aankoop van dure souvenirs zul je de tijd moeten nemen, een indicatie-openingsprijs is een derde van wat de verkoper zegt. Dat geldt overigens niet voor goud, zilver en edelstenen, omdat de marges daarop veel kleiner zijn. Onderhandelen is overigens een sociale bezigheid en niet een zaak van leven of dood! Blijf goedgehumeurd. "Boleh tawar?" ("Mag ik afdingen?")
Bedelen: Je zult in grote steden ongetwijfeld worden aangeklampt door bedelaars. Ze vragen om geld, zeep of pennen. Soms om snoep. Enkele bedelaars noemen meteen het bedrag dat van je verlangd wordt. Door hen geld te geven los je hun problemen allerminst op. Eerder worden ze op deze manier afhankelijk van dit soort inkomsten. In de grote steden zijn moeders met kinderen op pad. Soms liggen ze op straat en zien er minder prettig uit. Bedenk: de kinderen zijn vaak 'geleend', waarbij vooral het verblijf met twee of drie baby's in een portiek tot de methoden behoort. Een aantal bedelaars is uiterst bedreven met schmink: verwondingen en littekens wassen ze er 's avonds weer af. Shoestring houdt er de regel op na kinderen nooit geld te geven, hooguit fruit of iets anders te eten. Als kinderen op deze manier veel geld binnenbrengen, sturen hun ouders ze niet meer naar school. Het is geaccepteerd om aan oude of invalide mensen te geven. Maar de werkelijkheid achter elke bedelaar is heel verschillend. Een enkeling bedelt inderdaad voor zijn of haar eten, maar de meeste worden gedwongen om hun plekje in een huis te betalen door deze activiteit. Daarnaast zijn er in de grote steden steeds meer verslaafden aan alcohol en drugs. Het beste kun je geld geven aan een gerenommeerde charitatieve instelling.
Dans en drama: Overal in Indonesië kom je in aanraking met dans, de kunst van het verhalen vertellen en theater in vele genres. Dansers, sjamanen, toneelspelers, wajangpoppenspelers, verhalenvertellers, dichters en gamelanmuzikanten vervullen een belangrijke rol bij het vermaken, raad geven en onderwijzen van hun medeburgers in de tradities van hun gemeenschap. Er wordt gedanst om ziekte uit te bannen, boze geesten af te weren, overwinningen te vieren, bij overgangsriten ter gelegenheid van geboorten, begrafenissen, huwelijken en puberteit en bij jaarlijkse evenementen die met de landbouw te maken hebben, zoals zaaien en oogsten. Soms worden de dansen uitgevoerd door een selecte groep, maar vaak doet de hele gemeenschap mee. De begeleiding bestaat uit zang en muziek van bamboe klankbuizen (angklung), fluiten of een orkest. Tijdens sommige dansen raken de dansers in trance. De bekendste van deze trancedansen is de Balinese barong. Deze dans verbeeldt de strijd tussen de tegengestelde krachten van goed en kwaad in het universum, die worden gesymboliseerd door het goede beest barong en de boosaardige heks Rangda. De grootste toeristische dansattractie van Bali is de kecak, die wordt uitgevoerd door soms wel honderd zingende heen en weer zwaaiende mannen.
Textielvormen: Kenners van textiel zullen beamen dat van alle landen ter wereld in Indonesië de grootste verscheidenheid aan traditionele textielvormen wordt aangetroffen. Elke van de etnische groepen in het land lijkt ooit een eigen traditie in het vervaardigen van stoffen te hebben gehad. De oostelijke eilanden kennen de ikats, Sumatra de songkets en op Java worden schitterende batiks vervaardigd. Het batik is niet weg te denken uit de hedendaagse Javaanse cultuur. Voor het maken van verfijnde batik is uitzonderlijk veel geduld nodig. Er moet geschetst worden, delen van de lap moeten met was behandeld worden, de doeken moeten verfbaden hebben, gewassen en gedroogd worden. Het verven en met was behandelen wordt net zo vaak herhaald als nodig is om het gewenste aantal kleuren te krijgen.
Ambachten: De ambachtelijke traditie is een van de weinige gemeenschappelijke kenmerken van de eilanden. De verscheidenheid is opnieuw even groot als het aantal culturen, van primitief houtsnijwerk tot prachtig geweven stoffen, rotan- en bamboeartikelen, gouden en zilveren sieraden en halskettingen van kaurischelpen. Traditionele schilderijen, krissen, dansmaskers, kamerschermen, wajangpoppen en muziekinstrumenten. Het zal niet moeilijk zijn hier enkele schitterende souvenirs te vinden.
Algemeen: Besef voortdurend dat je als gast in een land verblijft waar men nu eenmaal andere omgangsvormen kent. Dat is niet afwijkend, jij gedraagt je afwijkend.