Reiszoeker

Reizen naar Egypte

Religie Egypte

De Egyptische bevolking bestaat uit ongeveer negentig procent soennitische moslims, vijf tot tien procent koptische christenen (een variant van het christendom die ouder is dan de het Europese christendom), overige christenen en een klein aantal joden.

Het woord 'islam' betekent letterlijk 'overgave aan de wil van God'. Vijf maal per dag moet de moslim in gebed en spreekt dan de shahada uit. 'La ilaha illa Allah. Muhammudu rasulu Allah.' 'Er is niets goddelijks behalve God. Mohammed is zijn profeet.' De shahada, geloofsbelijdenis, is de eerste en belangrijkste van de vijf pilaren of verplichtingen van de islam. Voorafgaand aan het gebed worden eerst gezicht, voeten en armen gereinigd. Het ritueel van het bidden, de salat, is de tweede pilaar. Vanaf de minaret wordt aangekondigd wanneer het tijd is voor de salat. De overige drie verplichtingen of pilaren zijn het geven van aalmoezen aan de armen ofwel de plicht tot zakat, het vasten tijdens de heilige maand ramadan, saum genaamd, en de haj, de bedevaart naar Mekka. Deze vijf pilaren of verplichtingen staan in de koran, het heilige schrift van de islam die in de zesde eeuw werd opgetekend door de profeet Mohammed.

De islam is de jongste van de vijf wereldgodsdiensten. De jaartelling begint in het jaar 622 van de christelijke jaartelling wanneer de profeet Mohammed de hizjra onderneemt, de vlucht van Mekka naar Medina. Terwijl het christendom en het joodse geloof zich vanuit het Midden-Oosten in westelijke richting verbreidden waren de woestijnnomaden van het Saoedische schiereiland blijven steken in het meergodendom. De harde strijd om het bestaan in het genadeloze woestijnklimaat bracht ook een harde cultuur met zich mee waarin stamhoofden het absolute recht op leven en dood hadden en vrouwen en slaven hun bezit waren.

Mohammed kreeg op zijn veertigste een visioen waarin de stralende engel Gabriël hem de leer van God meedeelde. Vanaf dat moment begon hij de nieuwe leer te prediken. De profeet keerde zich radicaal af van de geldende cultuur door Allah de hoogste autoriteit te maken en de principiële gelijkwaardigheid van man en vrouw te prediken en haar erfrecht te geven. Slaven die zich bekeerden werden vrijgekocht door zijn volgelingen. Met zijn stichting van de umma, de eenheid van alle gelovigen, doorbrak de profeet de sterk stamgebonden loyaliteit. Na elf jaar prediking werd de profeet zijn eigen stad Mekka uitgejaagd.

Na de dood van Mohammed in het jaar 632 verspreidde de islam zich. Zijn visioenen en preken werden daarna opgeschreven en gebundeld in de koran, die twintig jaar na zijn dood gereed was. Nog geen twee eeuwen later hadden het hele Midden-Oosten en Noord-Afrika kennis gemaakt met de nieuwe religie. Naast de visioenen van de profeet, die gelijkstonden aan het woord van God, werden zijn preken een belangrijke bron van gezag (de hadith). Verder werden een aantal geboden en verboden gebundeld tot de sharia, het islamitische recht.

Een deel van deze regels zijn weerspiegeld in het recht en de ethiek van Egypte. De sharia kent een belangrijke categorisering van handelingen: verplichte handelingen (fard) zoals reiniging voor het gebed, aanbevolen handelingen (sunna) zoals de besnijdenis, afkeurenswaardige handelingen (makruh) zoals het drinken van alcohol en streng verboden handelingen (haram) zoals incest, stelen, overspel en opstand tegen vader en moeder. Het begrip Hallal geeft aan dat voedsel in overeenstemming met de koran is. Zo moet een dier ritueel geslacht worden en mag er geen varkensvlees worden gegeten.

De islam is in veel opzichten verwant aan het christendom en jodendom. Niet alleen de koran wordt door de islamieten als heilig boek beschouwd. Ook de bijbel is belangrijk in deze religie. Abraham of Ibrahim en Jezus ofwel de profeet Isa worden door hen beschouwd als belangrijke profeten. Er is een laatste dag, een hemel en een hel en er zijn duivels en engelen. Alleen kent de islam geen messias en is de profeet Mohammed de belangrijkste en laatste boodschapper van God geweest.

In principe kunnen alle moslims optreden als imam, de voorganger in het gebed. Ook de muezzin, die vijfmaal daags oproept tot het gebed, is geen beroepsgeestelijke. De belangrijkste verschillen die opvallen wanneer we kerken vergelijken met moskeeën is, afgezien van het verschil in bouwstijl, de afwezigheid in islamitische godshuizen van afbeeldingen van mensen, goden en dieren. De decoraties bestaan uitsluitend uit koranteksten, geometrische figuren en plantenmotieven. De nabootsing van de schepping is godslasterlijk.

Naast moslims is er in Egypte een kleine groep kopten. Het woord kopt is afgeleid van het Griekse woord 'Aigyptos', waarmee het Egyptische volk aangeduid wordt dat door de Arabieren werd overwonnen. De koptische kerk is gebaseerd op de preken van de evangelist Marcus. Hij bracht, een paar jaar na de kruisiging van Christus, het christendom naar Egypte. De koptische gemeenschap heeft een duidelijke eigen plaats in de hedendaagse Egyptische samenleving, die door overheid en islam wordt gerespecteerd. Dagelijks komt ze samen in de duizenden koptische kerken die het land rijk is om te bidden en hun geloof te belijden. Hun culturele, spirituele en historische schatten liggen verspreid door het hele land. Zelfs in de meest afgelegen en ondoorgrondelijke oase, zoals de Kharga diep in het zuiden. De kopten vasten, in tegenstelling tot de christenen maar liefst 210 dagen per jaar. Tijdens deze periode mogen geen dierlijke producten gegeten worden en vanaf zonsopgang tot zonsondergang mag er zelfs helemaal niet gegeten of gedronken worden.