Japan heet in het Japans '
Nihon' of '
Nippon', hetgeen 'de oorsprong van de zon' betekent. De Japanse archipel ligt ten oosten van het Aziatische vasteland en in het noordwesten van de Grote Oceaan. Japan omvat vier hoofdeilanden, van noord naar zuid: Hokkaido (78.500 km²), Honshu (230.000 km²), Shikoku (18.800 km²) en Kyushu (42.000 km²; ongeveer zo groot als Nederland). Daarnaast zijn er ontelbare grote en kleine eilanden die deze hoofdeilanden omringen. Honshu is het hoofdeiland met steden als Tokyo, Kyoto, Osaka, Kobe en Hiroshima. De totale oppervlakte van Japan bedraagt 377.835 km². De eilandenboog strekt zich uit over 3000 km. Op Europa geprojecteerd zou Japan reiken van Stockholm tot Casablanca. De grootste breedte van de landmassa is maar 270 km. De totale kustlijn van Japan is meer dan 26.000 km lang en geen punt in het land is meer dan een paar uur rijden van zee verwijderd. De Japanse kust is bijzonder grillig, met eindeloos veel baaien, diep doordringende zeearmen en ver in zee uitlopende schiereilanden die vaak prachtige landschapsbeelden opleveren.
Geologisch gezien vormen de Japanse eilanden de toppen van een machtig gebergte, dat 9000 m van de zeebodem omhoogsteekt aan de uiterste rand van het continentale plat. Bergen bedekken maar liefst 70 procent van het Japanse land. Het grootste deel van de hoge bergen ligt op het eiland Honshu. Er is een bijzonder bekende bergketen die 'Japanse Alpen' wordt genoemd. Veel bergen daarvan bereiken een hoogte van 3000 m boven de zeespiegel. Er zijn 265 vulkanen in Japan aan te wijzen, waarvan er veel nog steeds actief zijn. De heilige berg Fuji is met 3776 m de hoogste top van Japan, maar sinds de laatste uitbarsting van 1707 in rust. Japan ligt op het raakvlak van drie geologische platen en is seismisch gezien het actiefste gebied ter wereld. Ieder jaar zijn er in Japan 7000 tot 8000 aardschokken. De meeste daarvan hebben zo'n geringe kracht dat men die nauwelijks voelt, maar als er een aardbeving met grote kracht is, kan dat grote schade veroorzaken. Daarom worden gebouwen zo ontworpen, dat zij niet gauw door een aardbeving kunnen worden verwoest. Men doet dat door funderingen aan te leggen die ervoor zorgen dat de gebouwen lichtjes schommelen in plaats van in te storten. Op deze en vele andere manieren hebben de Japanners geleerd om in harmonie met de natuur te leven. Door de geothermale activiteit zijn er in heel Japan duizenden natuurlijke heetwaterbronnen ontstaan, op of net onder bodemniveau. Meer dan 1100 bronnen schijnen een geneeskrachtige werking te hebben, vooral op de ingewanden of het zenuwstelsel. Japanners baden dan ook al eeuwen in de bronnen en gebruiken ze voor ook voor reinigingsrituelen. Van veel bronnen heeft men kuuroorden of
onsen gemaakt. Soms is het water heet genoeg om een ei te koken!
De agglomeratie Tokyo is met een inwoneraantal van 32 tot 41 miljoen mensen (afhankelijk van de definitie) het grootste stedelijke gebied ter wereld, qua levensonderhoud de allerduurste woonplaats (volgens de Economist Intelligence Unit in Londen) en is het de regeringszetel van de op een na grootste economie. De stad is het politieke, economische en culturele centrum van Japan en fungeert in die positie, net als vele andere hoofdsteden, als visitekaartje aan de rest van de wereld. Het is bijzonder indrukwekkend om een grote ontwikkelde stad als Tokyo te zien en te beleven. Neem een willekeurige trein of metro en je ervaart onmiddellijk de onmetelijke omvang en overweldigende bevolkingsdichtheid van de stad.
Net zoals België en Nederland is Japan een parlementaire democratie. Japan heeft ook een keizer. Volgens de Japanse Grondwet is de keizer het symbool van de staat en van de eenheid van het volk. Hij heeft geen macht ten aanzien van de regering. De Japanse monarchie dateert van vele eeuwen geleden, het is de oudste onafgebroken monarchie in de wereld. Het land is verdeeld in 47 prefecturen (provincies) die onder leiding staan van een gouverneur. Japan heeft zich ontwikkeld tot een economische supermacht. De hoog-technologische industrie (Sony, Toyota, Honda) ontwikkelde zich zeer snel. Deze ontwikkeling geeft Japan veel rijkdom maar ook veel verontreiniging.
Fauna en flora: De verscheidenheid van het Japanse landschap en van het Japanse klimaat geeft het land een schitterende variëteit aan planten. In Japan vind je niet minder dan 2500 verschillende plantensoorten. Voorts herbergen de vele bossen meer dan 150 bomensoorten, waaronder eiken, ceders, palmen, kamferbomen, dennenbomen, maar ook beuken, populieren, esdoorns, magnolia's en de beroemde bloeiende pruimen- en kersenbomen. Sommige bloemen en bomen hebben in de Japanse cultuur een belangrijke betekenis. De pijnboom (
Matsu) is een symbool voor een lang leven. Bamboe (
Take) dat sterk is en buigzaam, staat voor de gave om moeilijkheden te overwinnen en sterk te worden. Kersenbloesems (
Sakura), die al na een paar dagen uitvallen, herinneren op een poëtische wijze aan de snelle veranderingen in de wereld.
Het aanbreken van de lente (
Haru) wordt in Japan ingeluid door het in bloei komen van de pruimen- en kersenbomen. In de lente melden de weerberichten op welke dagen in de verschillende delen van het land de eerste bloesem wordt verwacht. Het gaan kijken naar de kersenbloesem is populair. Onder de kersenbloesem worden feestjes gegeven om de komst van de lente te vieren. Deze gewoonte wordt
Hanami ('bloemen kijken') genoemd. Iets wat je zelf kunt ervaren tijdens je
groepsreis Japan of je
single reis Japan.
Meer dan 400 vogelsoorten hebben hun thuis in dit fraaie land, variërend van de kleurrijke Indische pitta tot aan de Japanse kraanvogel. Er leven in Japan zoogdiersoorten die nergens anders voorkomen. De grootste zijn beren, die diep in de bergen leven. In de buurt van boerderijen en dorpen leven vossen en wasberen, die vaak onderwerp zijn van Japanse volksverhalen. Zo staan zij erom bekend dat ze ervan houden om mensen voor de gek te houden. Zeer zeldzame verschijningen zijn het Japanse shikahert en de Japanse slaapmuis. Rondom de Japanse eilanden krioelt het van de dolfijnen en walvissen.