Groepsreis Ecuador

Je vliegt naar de hoofdstad Quito, waar je rondreis door Ecuador begint. Het land dankt zijn naam aan de ligging op de evenaar oftewel de 'equator’. Op het vliegveld staat een transfer klaar die je naar het eerste hotel van de reis brengt. Quito, de 'Stad van de Eeuwige Lente' is het kloppende hart van de Ecuadoriaanse Andes. Onderneem de eerste dag niet te veel, je lichaam moet wennen aan de hoogte. Quito ligt op een hoogte van 2800 meter.

Indien je kiest voor een vlucht die aankomt in de vroege ochtend van dag 2 kun je nog steeds mee naar Otavalo. Houd er rekening mee dat het in dat geval een pittige dag wordt.

Je reist naar Otavalo. Bij Mitad del Mundo, ruim 20 kilometer ten noorden van Quito, maak je een interessante stop. Op deze plek bepaalde een expeditie de exacte locatie van de evenaar. Hoe beweegt de aarde om de zon? Hoe werkt de aantrekkingskracht? En hoe ontstaan tornado’s? Een tentoonstelling in Museo Intiñan laat je dit mooi zien. Je kunt er een paar gave proeven doen! Probeer eens een ei te laten balanceren op de kop van een spijker. Dat lukt het best als je met een voet in het zuidelijk halfrond en de andere in het noordelijk halfrond staat.

Ook maak je een fotostop bij een uitzichtpunt over de uitgedoofde vulkaankrater Pululahua. De krater heeft een doorsnede van 12 km en in de diepte woont nog steeds een boerengemeenschap van een veertigtal families die leeft van veeteelt en landbouw.

Dan kom je aan in het gezellige stadje Otavalo dat op een hoogte van 2500 meter ligt. De indígena (indiaanse) bevolking van Otavalo gaat vaak traditioneel gekleed. Poncho’s zijn populair bij de mannen, omslagdoeken favoriet bij de vrouwen. De mannen dragen hun lange haar in een staart of vlecht. Een deel van de mannen is tegenwoordig wel overgestapt op het dragen van de westerse spijkerbroek. De 'Otavaleños', de bevolking van Otavalo, zijn de meest welvarende indígenas van Ecuador. Dit is te danken aan hun handelsgeest en reislust.

Vrije dag in Otavalo. Slenter door het stadje of kies voor een optionele excursie waarbij je eerst de 18 meter hoge Peguche waterval bezoekt. Verder naar Cotacachi. Hier zie je geplaveide straten, huizen in allerlei pasteltinten, veel leerwinkeltjes, een mooie kerk en indígenas in klederdracht. De laatste halte is de Laguna de Cuicocha (Caviameer), een diep en azuurblauw meer op 3000 meter hoogte in een oude kratermond van de vulkaan Cotacachi. Je maakt hier een boottocht om de twee eilanden die in het meer liggen.

Je reist over een slingerende weg door de Andes naar de warmwaterbronnen Thermas de Papallacta. Ze liggen op 3300 meter hoogte, schitterend tussen groene hellingen met kleine planten, bloemen, korstmossen en baardmossen. Het water uit de baden wordt opgewarmd door de vulkaan Antisana (met zijn 5704 meter de vierde hoogste vulkaan van Ecuador). Neem een massage en geniet van de thermale baden! 

Je reist verder over de ‘Avenue der Vulkanen’. Links en rechts rijzen deze reuzen hoog boven je uit. De rit eindigt in de omgeving van de Cotopaxivulkaan (met 5987 meter de tweede hoogste berg van Ecuador). Je overnacht aan de voet van de vulkaan.

Vrije dag om van de mooie omgeving te genieten. Je kunt mee op een optionele excursie waarbij je het Nationale Park Cotopaxi bezoekt. In het museum kom je meer te weten over de lokale natuur, geologie, geschiedenis en de uitbarstingen van de Cotopaxivulkaan. Aan de voet van de berg ligt op een hoogte van 3800 meter een meertje, Laguna Limpiopungo, waar je met helder weer een erg mooi zicht op de Cotopaxi hebt. Om wat te acclimatiseren kun je een wandeling om het meertje maken langs een mooie vegetatie met bloemen in alle kleuren van de regenboog. Met enig geluk ontdek je verschillende vogels, hagedissen en wilde paarden.

Je staat vandaag al zeer vroeg op zodat je in de ochtend op de authentieke donderdagmarkt van Saquisilí bent. De lokale bevolking komt vanuit de dorpjes in de omgeving naar de markt toe, in alle vroegte. Voor de handel, maar ook voor de sociale contacten. Velen zijn al in het holst van de nacht van huis vertrokken. Er zijn verschillende marktplaatsen in Saquisilí, verspreid over het dorp. Een dierenmarkt voor de grote dieren (koeien, schapen en varkens aan een touw, maar ook lama’s), op een andere plek de markt voor kleine dieren, een aardappelmarkt en een markt voor groente, fruit en vis.

Op de markt voor kleine dieren worden cavia’s, kippen, eenden, ganzen, poezen en honden verhandeld. De dieren worden opgetild bij hun nek door de verkopers en gekeurd door eventuele klanten. Op de markt voor groente en fruit gaat het allemaal wat zachtzinniger toe. Naast groente, fruit en ander eten (zoals uit de kluiten gewassen groene kool, heerlijke versgebakken tortilla´s met kaas en suikerriet om op te kauwen), wordt er ook textiel verkocht, zoals poncho’s, (traditionele) kleding, wandkleden of kleurige omslagdoeken. Een rijtje kleermakers (soms met bijna antieke naaimachines) is druk bezig met het produceren en herstellen van kleding.

Het geheel is een bonte bedrijvigheid. De dieren worden lopend of met een busje af- en aangevoerd. In Saquisilí kun je verschillende bevolkingsgroepen in traditionele kledij tegenkomen, anders gekleed dan in Otavalo. Mannen met hoeden en poncho’s. Vrouwen ook met hoedjes, waarop soms een pauwenveer prijkt als teken dat ze gehuwd zijn. De dames dragen rokken tot op de knie met daaronder een onderrokje waarvan de kanten zoom zichtbaar is. Verder pantykousjes of maillots en daaronder zwarte hakschoenen. Een, vaak felgekleurde, omslagdoek maakt het plaatje compleet.

Je laat de Panamerican Highway en het drukke marktleven achter je en reist richting het nog nauwelijks door westerse toeristen bezochte westelijke Andesgebied. Het landschap waar je doorheen rijdt is prachtig, met slingerwegen, haarspeldbochten en (met helder weer) prachtige uitzichten over de Andes. Je overnacht in het gehuchtje Chugchilán.

Via een mooie slingerende route met panorama’s die regelrecht uit een natuurdocumentaire lijken te komen reis je naar het piepkleine dorpje Quilotoa, op 3850 meter hoogte. De vele diep uitgesneden canyons onderweg hebben het landschap letterlijk verscheurd. Je stopt op de rand van een oude vulkaan, waarin het magisch blauwgroen gekleurde Laguna Quilotoa ligt, een kratermeer omgeven door steile rotswanden. Zo mooi, superlatieven schieten te kort. Je kunt afdalen in de krater tot bij het meer, een steile wandeling van ongeveer een half uur naar beneden. Een prachtige tocht, je camera draait vast overuren! Rust even uit op een strandje aan de oever en klim dan weer naar boven over hetzelfde pad. Uiteraard duurt dat wat langer. Hoewel het Quilotoameer en zijn omgeving een van de meest pittoreske landschappen van de Ecuadoriaanse Andes zijn, ligt het nog lang niet altijd op de weg van de meeste toeristen. Na je bezoek aan Quilotoa rijd je terug Chugchilán, waar je overnacht.

Zumbahua is een slaperig dorpje op 3800 meter hoogte. Elke zaterdagochtend rond zes uur ontwaakt het dorpje uit haar roes. De wekelijkse markt! Je gaat vroeg uit de veren om dit spektakel mee te maken. De omwonende indigénas komen van heinde en verre om hun handelswaar aan te prijzen; onderweg van Chugchilán naar Zumbahua passeer je waarschijnlijk mensen met een kudde schapen of een lama aan een touwtje.

Als je arriveert is de zaterdagmarkt al in volle gang. De lokale vrouwen hebben grote felgekleurde omslagdoeken met franjes, in kleur variërend van ingetogen groen tot oogverblindend paarsroze, en paraderen op hun hakjes. Onder hun, vaak (nep)fluwelen, rokken dragen ze witte kniekousen. Mannen dragen effen gekleurde poncho's, rood lijkt hun favoriete kleur. De meeste indianen, zowel mannen als vrouwen, hebben een hoedje op hun hoofd, waardoor het op de drukke plekken een ‘zee van hoedjes’ lijkt. De bergruggen, die het weidse dal waarin Zumbahua ligt omringen, liggen vaak in mistflarden verscholen.

De markt bestaat uit twee delen: een veemarkt en een markt met voedsel en gebruiksartikelen. Beide markten zijn kleurrijk, maar de dierenmarkt maakt waarschijnlijk toch de meeste indruk op je. Hooghartig kijkende lama’s, krijsende varkens, puppies in dozen en kuddes wollige schapen met daartussen de exotisch geklede bevolking. Ook op de voedselmarkt vind je van alles, van prei tot bieten en van wortels tot vele soorten aardappelen. De vruchten 'tomate de arbol' (boomtomaatjes) en 'naranjillas' zijn in piramidevorm keurig opgestapeld en liggen te wachten op een hongerige koper.

Als je de kleurrijke markt hebt bezocht, gaat de reis verder richting het toeristische maar zeer gezellige Baños. Voor het zover is rijd je door een prachtig berglandschap met enorme lappendekens van akkertjes en de ongeschonden hooggelegen paramo, een vegetatietype met veel hoog geel gras. Hoge en soms steile bergtoppen bakenen het landschap af. Als je de bewoonde wereld weer bereikt bij de Panamerican Highway zie je in de verte de top van de imposante Tungurahuavulkaan. Je overnacht in Baños. In het centrum tref je de basiliek waarin de maagd 'Rosario de Agua Santa' wordt vereerd vanwege de wonderen die ze heeft verricht. De gelovigen branden er heel wat kaarsjes. Probeer in een van de sfeervolle restaurantjes dé Ecuadoriaanse specialiteit: cuy (cavia).

Vrije dag. Baños dankt haar naam aan de diverse warmwaterbaden in de omgeving. Het plaatsje ligt in een gebied vol bosrijke heuvels en watervallen en aan de voet van de Tungurahua (5023 meter), wiens Quechua-naam 'kleine hel' betekent. Deze vulkaan verwarmt het water van de beroemde natuurlijke baden. Er heerst een relaxte sfeer en een gematigd subtropisch klimaat, daarom is Baños een heerlijke plek om een dagje door te brengen.

De omgeving van Baños biedt voldoende sportieve mogelijkheden: raften, ziplinen, een mooie wandeling naar de warmwaterbaden of een hoger gelegen uitzichtspunt, een tochtje te paard over de bergflanken of je huurt een mountainbike. Fiets bijvoorbeeld stroomafwaarts langs de rivier Pastaza richting het jungledorpje Puyo om de waterval El Pailón del Diablo te aanschouwen. Voor een adrenaline-kick kun je een bezoek brengen aan de Casa del Arbol, waar je op een hoogte van 2600 meter letterlijk boven de wolken kunt schommelen!

Je rondreis door Ecuador vervolgt zich naar Cuenca. Hoewel dit qua grootte de derde stad is van Ecuador, doet de sfeer zeer provinciaals aan. Cuenca is een stad die nog veel van de vergane glorie van de koloniale tijden uitademt, al was het alleen al vanwege de vele oude gebouwen die deze stad rijk is. Het oude centrum prijkt dan ook niet voor niets op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. De straten zijn geplaveid met een soort kinderkopjes en veel koloniale panden zijn mooi (en kleurig) opgeknapt.

Vrije dag. Slenter lekker door de sfeervolle straten van Cuenca en bekijk het Plaza Abdón Calderón met zijn schaduwrijke bomen, bankjes en fontein. Aan dit plein staat de kolossale gotische Catedral de la Immaculada Concepción uit 1885, met een paar opvallende blauwbetegelde koepels. Als je goed kijkt, zie je dat de twee torens aan de voorzijde van de kerk aan weerszijden van de hoofdingang niet af zijn. De architect ontdekte tijdens de bouw pas dat het fundament zou bezwijken onder de druk van afgewerkte torens mét klokken en de bouw werd stilgelegd. Het eerste wat opvalt als je deze kathedraal binnenloopt zijn de enorme afmetingen, er schijnt plaats te zijn voor 10.000 mensen. Het interieur is sober, zeker in vergelijking met de kerken die je wellicht al in Quito hebt gezien. Zowel van binnen als van buiten is veel rood marmer gebruikt.

Het plein is ook een prima plek voor een kop koffie of thee, of voor een smakelijke lunch. Ook het kloostermuseum Museo de los Conceptos uit 1599, met als pronkstuk een niet bepaald sobere kerststal, is een bezoek waard. Het Museo Remigio Crespo Toral herbergt grotendeels religieuze schilderijen.

Vrije dag in Cuenca. Natuurliefhebbers kunnen kiezen voor een optionele excursie naar het El Cajas Nationaal Park. Gezien de ligging tussen de 3500 en 4500 meter hoogte wordt het natuurgebied veelvuldig overvallen door mist, kou en regen. Dit schept een bijzondere mysterieuze sfeer! Flora en fauna hebben zich aangepast aan de leefomstandigheden in dit barre klimaat. El Cajas is grotendeels bedekt met paramo. Al snel zie je dat het park weelderig begroeid is, met tussen het gele gras ontzettend veel andere bloemen en planten zoals paddenstoelen, gentianen, valerianen, varens en korstmossen.

Je rijdt naar het uitzichtpunt Tres Cruces op 4167 meter hoogte, gaat dan een stuk lager naar het bezoekerscentrum en maakt van daaruit een wandeling van een uur of drie. Soms loop je over smalle paadjes, langs kristalheldere bergmeertjes over een verende zompige mosbodem en ook wandel je door een bos met kronkelige polylepis-bomen, die behangen zijn met kleurige korst- en baardmossen. Écht een sprookjesbos, je vraagt je af waar de trollen zijn. Je ziet orchideeën, bromelia’s en andere epifyten. Schitterend! In het moerasachtige gebied, waar meer dan 230 meren en meertjes liggen, schijnen al veel mensen verdwaald te zijn en nooit meer teruggekeerd. Gelukkig heb je een ervaren gids bij je.

Je reist naar de uitgestrekte miljoenenstad Quito, bereid je voor op een lange reisdag. Quito ligt op een hoogte van 2850 meter en wordt omringd door het Andesgebergte met als hoogtepunt de vulkaan Pichincha.

Afhankeliijk van de aankomsttijd in Quito heb je vandaag of morgen tijd om wat van de stad te bekijken.

Vrije ochtend tot vertrek naar de luchthaven. Ten zuidwesten van de parken Alameda en El Ejido ligt het historisch centrum dat prijkt op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, met karakteristieke witgepleisterde huizen, smalle straten en rijkversierde kathedralen uit het koloniale tijdperk. De kroon op alle uitingen van barokke kunst in geheel Ecuador is de jezuïetenkerk La Compañia. In 1605 werd begonnen met de bouw die uiteindelijk 163 jaar zou gaan duren. Zowel van binnen als van buiten is deze kerk overdadig gedecoreerd, het lijkt wel of ieder stukje is bewerkt met bladgoud! Naar verluidt is bij het vergulden van de wanden, het plafond, de altaren en de beelden zeven ton goud gebruikt! Een bezoek aan het grote centrale plein Plaza de Independencia is een aanrader. Behalve het Presidentieel Paleis tref je er de prachtige Catedral Metropolitana de Quito, waar de onafhankelijkheidsstrijder Mariscal Sucre begraven ligt. Ook hier weer veel goud, beelden van heiligen.

Helaas komt je verblijf in Ecuador vandaag ook tot een eind. Afhankelijk van je definitieve vluchtschema word je vandaag in de loop van de dag of avond naar de internationale luchthaven (genoemd naar Mariscal Sucre) van Quito gebracht. Je vliegt terug naar huis waar je de volgende dag aankomt.

Welkom thuis! Hopelijk kijk je terug op een onvergetelijke reis.