Het Ethiopische landschap bestaat voor een groot deel uit een vulkanisch gevormd hooggelegen plateau. Het wordt aan drie kanten omgeven door laaggelegen woestijn. De gemiddelde hoogte van het plateau (de Ethiopische hooglanden) is meer dan 2000 meter. Bovendien liggen meer dan 20 bergen boven de 4000 meter. De Ethiopische hooglanden worden doorsneden door de Grote Slenk (Rift Vallei). Deze begint bij de Rode zee, loopt dan dwars door Afrika en eindigt pas in Mozambique. Naast berggebieden heeft Ethiopië in het zuidwesten savanne en regenwouden. In de bergen ontspringen een groot aantal rivieren, waarvan de Blauwe Nijl de bekendste is. Zodoende zijn er ook een aantal zeer vruchtbare gebieden ontstaan met bijzonder mooie meren en valleien.

Flora en fauna: De flora in Ethiopië is adembenemend. Het centrale plateau is tijdens het regenseizoen (juli en augustus) groen, vruchtbaar en dicht begroeid. In september en oktober tref je in het hoogland ontelbaar veel soorten wilde bloemen aan. Soms zijn het uitgestrekte velden; een fantastisch gezicht. In de rift vallei ten zuiden van Addis Ababa, vind je veel acacia bomen en steppelandschap. In de hooglanden van Ethiopië komen nog enkele unieke diersoorten voor zoals de guereza aap en de Simien vos. Deze hebben zich door de geïsoleerde ligging van Ethiopië niet vermengd met andere diersoorten. De wildparken herbergen een enorme hoeveelheid tropische vogels. In Ethiopië komen nog niet veel toeristen. De nationale parken worden dan ook veel minder bezocht dan de andere parken van Oost-Afrika. Het wild is hierdoor minder gewend aan mensen. Soms moeten de wildliefhebbers dus iets meer geduld hebben.